donderdag 10 oktober 2013

Suppli al telefono



Suppli

Suppli zijn gefrituurde rijstballen, nou ja, risottoballen dan dus, en het woord is schijnbaar een verbastering van het Franse surprise. Want je weet maar nooit wat er in zit.
Zie hier, alle links hier in een nieuw venster, en zie hier en zie hier en zie hier en zie hier.

Maar op Mozzarella als vulling na (zie de foto boven) zijn combinaties met doppers het meest populair.

Soms ziet het er wat anders uit, zie hier, en het heet ook wel Arancini, sinaasappeltjes.
Vreemd genoeg heten die kegeltjes vaak arancini.

Telefono? Nou, dat zijn gewoon die draden die je boven ziet!
Verassingen aan de telefoon.
Nou, dat wordt wat...


Links Mozzarella, boven Mozzarella-porties, onder idem samengekneed.

al telefono

Ik heb ze de, eerste keer dat ik ze maak, heel simpel gehouden.
Geen risotto gemaakt, we houden het heel basic, maar ketan (kleefrijst; nog iets kleveriger dan Arborio of Carnaroli) gekookt in bouillon.
Dat betekende dat ik ze vóór het paneren ook door de bloem moest halen, vrij vochtig namelijk, wat je normaliter niet doet. En ondanks dat het met die ketan ook van binnen wat vochtiger was: geen enkel probleem met frituren, als je maar zorgt dat de inhoud goed verpakt is. Helemaal niet eruit stekend natuurlijk, maar ook niet vlakbij de buitenkant. Dat is waarom ik die Mozzarella- deeltjes bij mekaar kneedde.

Maar goed.
Rijst afkoelen, Mozzarella (of wat dan ook) geportioneerd klaar hebben, portie nemen, vulling erin duwen, andere hand dan waar het op ligt nat maken, suppli op die andere hand met de vulling naar boven, eerste hand nat maken, dichtkneden.

Koelen.
Door de bloem en mooi vormen.
Koelen.
Ei, paneermeel.
Koelen.
Frituren (170°).


Hier heb ik geprobeerd om het zonder het kneden van die Mozzarella te doen.
Dat kneden is namelijk wat lastig. Maar dat werkt niet.
Zie rechts op 10 uur een puntje Mozzarella naar buiten piepen.
Dat is fataal. Nou ja, de boel valt niet uit elkaar, maar mooi is anders.

Eigenlijk

ga je als volgt te werk.

Maak een risotto (boter, wijn, bouillon, ui, knof, hele mikmak maar geen saffraan maar wel ook wat Noilly Prat) met geweekt kleingesneden eekhoorntjesbrood.
Laat afkoelen en werk er gehakte peterselie door.

Verder als boven.

Zie voor hoeveelheden en zo hier.
Bocconcini: hapjes. Maar hier betekent het Mozzarella.
(Bocconcini kan trouwens ook met doppers, tonijn uit blik en gekookt ei gevulde crêpes betekenen, in de oven in een béchamel met kaas erover. Erg lekker. Ook wat béchamel door de vulling.)

Heel dikwijls worden suppli geserveerd met tomatensaus. Zie een gedoe-recept hier.

Youtube en Italiaanse les hier. Foeddenette.
Suppli moeten volgens hem langwerpig zijn.


De mijne trokken ook draden hoor!

Wiki zie hier.

En dank Loek voor deze aardige link: zie hier over Oxo.
Onderin komen die suppli aan bod.

Peperone all'arrabbiata

Dat at ik erbij.
Pikante paprika.

Arrabbiata betekent de woedende, dus die vrouw die het eten van d'r man vol pepertjes flikkerde toen ie weer eens zat thuis kwam.
Rabiaat dus. Van latijn rabiare > rabiatum = razend.

Olijfolie, sjalot, knof, jalapeño...
Laurier, versgemalen korianderzaad, stukjes puntpaprika...
Witte wijn, zoet paprikapoeder...
Proef.


Overheerlijk, verdomd, maar dat was ook wel door die arrabbiata erbij. Er móest wat bij.
En ik kan dus niet wachten op het bereiden ervan met eekhoorntjesbrood-risotto (echte risotto!), waarbij ik dan natuurlijk voor niet-woedende groente zal kiezen.

Ik zat trouwens in ene te denken dat die suppli eigenlijk Italiaanse nasi-bitterballen zijn!

Mooi stukje van Jean Pierre Rawie over De Dikke.
Dank PJ.

Wij spraken nimmer over voedsel, want hij bezat een grote algemene ontwikkeling. Wel hebben we soms samen gegeten, onder meer eenmaal met mijn toenmalige vriendin bij een Pools restaurant. We werden welkom geheten door de eigenaar die reeds in de deuropening aankondigde "Iek bouwkundig ingenieur. Mijn vrouw, zij kookt. Maar zij ien Warschau. Iek kook voor joellie."
We namen plaats. "Iek kan maken", ging hij voort, "gevoelde eitjes. Heel lekker. Doe ik niet. Teveel werk." Van enige zeggenschap onzerzijds was geen sprake, en wij aten wat hij ons voorzette. Ook verordonneerde hij waarmee wij de gerechten moesten begieten. "Hierbij joellie drienken deze wodka." Zelf nuttigde hij onbekommerd mee. Zelden heb ik Johan zo vergenoegd gezien.