dinsdag 29 oktober 2019

Gladiolen



Noord-Navarra


Toen ik dat bedrijfje had, organisatie en advies import-export Europese Unie, in de jaren voordat Spanje lid werd, toen kregen we een mooi groot project te managen. Gladiolenbollen telen. Niet bloemen kweken, maar bollen voor de bloemenkwekers. Gladiolen krijgen na de bloei een ziekte, als er in de zeventig voorafgaande jaren op de grond waar je ze kweekt gladiolen hebben gestaan. Dan krijg je wel een bloem maar geen bol. Dus die teelt heeft zich vanuit het Westland steeds verder naar het zuiden verplaatst. Frankrijk was vol en dus was Noord-Spanje aan de beurt.

We hebben een mooie constructie gemaakt. Ik kreeg de instructies en de bollen en de plantmachine. Die instructies vertaalde ik, de boeren kregen de bollen die ik plantte, en ze kregen een vaste prijs. Als ze althans de instructies nauwgezet hadden gevolgd. En dat werd weer door de lokale plantenziektekundige dienst gecontroleerd. Het liep allemaal prima, en het derde jaar kreeg ik ook ‘parels’, kleine bollethes waaruit je de bollen kweekt die ik tot dan toe had ontvangen. Ik had dat jaar 1,2 miljoen bollen. Eens droomde ik dat ik wakker werd met gladiolenbollen in plaats van kloten.

De boeren hadden een bijverdienste. De bloemen moesten gekapt worden, maar dat sneden ze met de hand; dat bracht altijd wel wat op. Ook kwam het voor dat iemand een groot veld vol had staan, wist dat hij voor bollen die nog wat groter waren dan ze moesten produceren wat meer geld kreeg dan volgens zijn contract, ze langer liet staan, vorst, alles rot.

Maar over het algemeen was de teelt erg succesvol, en iedereen wilde meedoen. Ook boeren met onbevloeide grond, en dat kan niet. Daar sprong de Spaanse echtgenoot van een Nederlandse vrouw in. Die kocht bollen bij een malafide handelaar, verkocht ze aan die boeren, en wat leverde dat op? Een paar gele sprieten. En wie kreeg de schuld? Inderdaad. Ik.

Aardig: een boer meldde dat zijn gifspuit Roundup lekte op zijn espadrilles, en dat zijn eksterogen allemaal weg waren.

Ook aardig: ik had een boer zaad van siermais gegeven, en van kouseband. Die is toen met wat kolven en bonen en met een serieus gezicht naar die plantenziektekundige dienst gegaan. Dat hadden ze nog nooit gezien!



Zuid-Navarra