De man wil een biefstuk. Prima meneer. 'Hoe had u uw biefstuk gehad willen hebben?' 'Goed gebakken, flink gebakken, maar sanglant.' 'Doorbakken wil meneer dus,' beslist de kellner. 'Niks doorbakken' zegt de man. 'Medium dus,' stelt de kellner vast. 'Medium? Niks medium!' schreeuwt de man bijna. 'Flink bruin, stevig dichtgeschroeid, maar sanglant. En als ik zeg sanglant, dan wil dat zeggen sanglant!' De stem van de man is inmiddels hees geworden. 'Voor elkaar, meneer.' En de kellner schrijdt door de eetzaal, passeert mij, blijft op enkele meters voorbij mij staan bij het dienluik, steekt zijn onbewogen varkenskop door de opening en roept, misschien net niet meer verstaanbaar voor de man in de verte, maar wel voor mij, met mondverwringende scherpte van uitspraak: 'Un biftec frites - Un!'