maandag 1 augustus 2011
Tsja...
Weer een "wilde" plant. Nee, twee. Deze hieronder eerst, maar het kan zijn dat het "gewoon, maar wel mooi, onkruid" is.
Hahahahahaha! Een tante van mij zaaide ooit (de eerste en enige keer in haar leven) iets van kruiden. Er kwam wat op, dat werd veelvuldig verwerkt maar bleek later onkruid te zijn...
Die tante had een zus, Tante Trees, of voor intimi Tante Pluis, die niet goed bij het hoofd was. Die wilde roken, maar dat mocht van haar oudere zus niet (twee bejaarde ongetrouwde dames). Maar in de keuken mocht dat wel. "Maar as ge toch in de keuke zit, dan kende meteen afwasse". Dus die zat met een sigaret in de mond op een krukje af te wassen. Mompelend. Zegt die andere tante "Ge moet nie zo in oe eiges proate" (in jezelf). Zegt tante 2 "Ik proat nie in me eiges! Ik proat tigge den afwas!"
Vertelde ik ongetwijfeld al ooit...
Maar dit is géén onkruid! Maar geen idee wat het is. Herinner me trouwens dat ik twéé zakjes zaad uitstrooide. Enfin, líet uitstrooien. "Wilde planten" maar ook iets in de trant van "Japanse mix". Maar ja, of Japanse mix het doet in Groningen...
Uhh, C1, vind je ook niet dat dit een soort verbaasd kijkend plantje is? "Huhh?"
Vanavond nu.
Visbouillon, fruits, gedroogde garnalen en vissies en paddo's, rijst, lichtgroene puntpaprika.
Planning vanaf morgen: zie morgen, simpel...
Recept
Kwiekwie met gember-tomatensaus
Toko, dipvries. 10 voor 10 € of zo. Ontdooien.
Goed wassen, alle uitsteeksels behalve de kop eraf knippen (ook die twee stekels onder hun kop), darmen eruit en van binnen en van buiten goed met limoensap insmeren.
Rondom op hoog vuur in flink palmolie bakken tot ze licht van kleur zijn.
Serveren met een tomatensaus met daarin flink verse gemberwortel (samen met de knoflook toevoegen).
Op smaak brengen met eventueel nog wat gemberpoeder.
Mail. L. Dank!
Dag Maarten, nu ik weer op normale temperatuur ben gekomen en alvorens me te storten in de mantelzorg, wilde ik je dit onderstaande even opsturen: een gedicht van Umberto Saba, vertaald door Frans van Dooren (niet door mij dus). Saba werd geboren uit een halfjoods gezin in Triëst, waar hij - regelmatig ten prooi aan zenuwinzinkingen - het grootste deel van zijn leven ook woonde, aldus F.v.D.
De Geit
De geit waarmee ik praatte
stond moederziel alleen in 't weitje, had
zich volgepropt met gras, was kliedernat
door 't regenweer, en blaatte.
Dit monotoon geblaat vertroostte mijn
verdriet. Ik antwoordde, eerst voor de grap,
daarna omdat zij eeuwig is de pijn
en steeds met één stem pleegt te praten.
Die stem hoorde ik zuchten
in een eenzame geit die liep te blaten.
In een geit met de kop van een semiet
hoorde ik de trieste klaagzang van elk leven,
van elk verdriet.
Umberto Saba
Dylan hier nu. Hier (alle links hier in een nieuw venster). All right mama.
Die grote Jupiter pruimen van laatst, die zijn perfect.
O, trouwens Terug naar de Bossen hier.
(To the woods! But I am only thirteen! But I am the vicar and I am not superstitious!)
Publié par Maarten van Thiel à 19:56:00