vrijdag 3 juni 2011
Drie eikels,
laten we daarmee beginnen. Afgewisseld met foto's van mijn inkopen vandaag in Groningen.
Galatine kriel. Bakken, braden, oven... Ik koop dan een kilo, sorteer uit op grotere en kleinere en geef de kleinere aan de buurvrouw, die dat prefereert. Koken. Ik niet. Bakken.
OK. Eikel 1. Dat herinnerde ik me. De andere twee zijn van vandaag. Eikel 1 is die gastronomische bellenblazer van Trouw. Die had gehoord dat je op het CS van Amsterdam zo erg lekker pasta kon krijgen, nou ja, krijgen, kopen, bij Julia's. Hij, blijkbaar wonend in Groningen (nou begrijp ik waarom het er zo dikwijls stinkt) was daartoe afgereisd naar Amsterdam. Maar wat die gastronomische troebelwatervisser niet weet is dat je in Groningen op het station óók een Julia's hep! De culinaire zakkewasser.
Ja, ze zijn er weer, de Paraguayos ("wilde perziken", de kwaakhoofden). Net zoals de abrikozen en de pruimen nog niet echt helemaal rijp.
Eikel 2. Zit een vent in de trein, zo'n onderuitgezakt donker type, en die laat, verdomd als het niet waar is, in de 10 minuten dat de reis van Zuidhorn naar Groningen duurt, vijf keer, VIJF keer, iets op de grond flikkeren. Een keer was het z'n mobieltje. Wat ie (koptelefoon) niet hoorde. Maar uiteindelijk wel merkte. Vijf keer alle tig zakken in z'n jack, vijf keer alle tig zakken in z'n broek, idem in z'n tas doorzocht, terwijl ik die telefoon onder z'n stoel zag liggen. Uiteindelijk geeft ie 't op. Ik wijs naar 'm en daarna naar onder z'n stoel. Dank u? Wat denkt u? (En terecht trouwens, hahahahahahaha!)
Links een Crottin, rechts een klein Münstertje. Wat de trein uit stonk...
Zak 3. Hou je vast. Ik loop van het station af de museumbrug op, zie vlak voor me een heftig in het Spaans converserend tiepe van z'n fiets flikkeren. Enfin. Ik ben voorbij de museumbrug, hoor een hoop gekletter achter me: zelfde tiepe van z'n fiets geflikkerd.
Recept. Dat is al lang geleden.
(K)noedels, Hongarije
Maak een deeg van 250 gram bloem met een ei en wat zout.
Laat een kwartier rusten op een koele plek.
Snij het deeg in enkele stukken en maak daar een vingerdikke rol van.
Knijp er met duim en wijsvinger stukjes af, ongeveer even lang als dik.
Doe die in kokend water met zout.
Als de knoedels drijven zijn ze gaar.
Serveer in goulash of soep.
Bospaddestoelen. Waarom? Simpel. Kookte ik gisteren mee en vergat foto's te maken.
Omelet bospaddestoelen
Boter, fors sjalotten, wat knof...
Wat paddoblokje, wat versgemalen witte peper...
Wat kokend water en langzaam inkoken.
Flink witte port, sudderen...
Dat is de sjalotsaus.
Paddomix in olijfolie bakken met wat sjalot en knof.
Ik maakte mooie verse kleine stokbroodjes in de oven, en bakte een mooie omelet met peper, zout en room...
Paddo-mix erin...
Enorm lekker bij mekaar...
Vrijdag, gedicht.
Karel Bralleput. Ach, oei, shit. Dat is niet Drs. P., dat is Carmiggelt...
In de scheerspiegel
De man die ik heb ingezeept
zit lelijk met mij opgescheept.
Drs. P, althans Coos Neetebeem.
Een nieuwe lente en een nieuw geluid
Alleen in Drenthe kijken ze wel uit.
En hier Carmiggelt. Hèhè, tsjonge...
Publié par Maarten van Thiel à 19:38:00