Op de avond voor de abdicatie belde de bovenbuurman (een
homorette) van mevr. A. me op: “Heb je geen zin om morgenochtend televisie te
komen kijken bij mevr. A.? Ik kijk altijd met vrienden, maar als wij nou
gezellig over de kleren van het koningshuis en over hun gasten kunnen kletsen,
vind ik dat ook leuk en mevr. A. is sinds vanmiddag in haar hoofd heel druk met
de hongerwinter en ze heeft ook overal alle stekkers en antennes uit
getrokken”. Enfin, de volgende morgen om half 9 was ik bij mevr. A. om
vast alle toestellen opnieuw met alle stopcontacten en eventuele
antennes te verbinden, tevens moesten alle gloeilampen weer teruggedraaid
worden in hun plaatsen. “Wat kom jij doen?” vroeg mevr. A. Ik zeg “Je
bovenbuurman en ik komen gezellig televisie bij je kijken”. Mevr. A. “Hebben
jullie zelf geen televisie thuis, ik heb helemaal geen zin in visite”. Ik “Jij
vindt dat ook leuk, de koningin treedt af”. Mevr. A. “Daar geef ik al
helemaal niets om, die Bernhard, wat daar al allemaal bekend over is geworden.
Ik zou zeggen gelukkig, dat hij een stapje terug doet”.
Even tussendoor: al
mijn handelingen in haar huis moet ik met één hand verrichten, want met die
andere hand moet ik mijn hond vasthouden, omdat hij anders ziek gevoerd wordt
door mevr. A. met koekjes, kaas, chocolade, enz. enz. De hond is gluiperig
genoeg om aan een stuk door te blaffen om de aandacht van mevr. A. te vangen.
Om tien voor tien dreigde ik “idioot te worden” van de lawaaiierige chaos, maar
zowaar kreeg mevr. A. eigenhandig weer beeld op haar televisie, weliswaar
zonder geluid. De homorette was inmiddels, voor een beetje rust, met de honden
buiten gaan lopen. Even later had ik ook weer geluid bij het beeld. Om 10 uur
zaten we met zijn drieën klaar met gebak en mevr. A. sprak “Jullie hebben de
hongerwinter niet meegemaakt, toen had je geen gebak, je had helemaal
niets”. Op het beeld was de abdicatie begonnen. “Wie is die bolle jongen
op de televisie die zit te tekenen” vroeg mevr. A. “en wie zijn eigenlijk al die
mensen daar”. Ik zei tegen de homorette: “De rest van de uitzending ga ik bij
mijn eigen thuis kijken, ik zit hier zachtjes hartstikke gek te worden”. “Ik
ook” sprak hij. “Ben ik toch blij” zei mevr. A. “dat jullie naar je eigen
huis gaan, ik geef al helemaal niets om dat geleuter op die televisie en
die Wilhelmien, hoe lang zit die al niet op de troon...”