zondag 7 april 2013

Verzoek


om dat DDR verhaal nog een keer te publiceren.
Nav dat DDR kookboek, mag ik aannemen.

Ik wilde erheen linken, want ik publiceerde het eerder hier, maar ik vind het niet.
De zoekfunctie van Blogspot is K**.
Nou ja, zie hieronder.

          Oost Duitsland

Het zal een jaar of 35 geleden zijn geweest dat ik in Oost Duitsland was, dus toen het nog echt Oost Duitsland was. Je moest je om de haverklap in allerlei gore kantoortjes laten afbekken, mijn auto werd bevingerd en Russische soldaten grepen je, als je ze fotografeerde. Het was er wel goedkoop, dat wel. Voor nog geen 100 gulden kocht ik voldoende boeken voor een tentoonstelling over Oost Duitse grafische vormgeving (erg mooi) voor Museum Scryption, en voor een maaltijd betaalde je 2,84 of 3,17 mark. Dat soort prijzen. “Keine Plusmacherei!”.

Meestal kreeg je in een restaurant grauwig uitziende meelballen of solyanka; zuurkoolsoep met aardappelen, makreel en rookworst. Dat soort eten. Er hing in restaurants altijd een groot bord waarop stond vermeld op welk uur je mocht roken en op welk uur niet, en je werd altijd "plaziert" ("Sie werden plaziert", ook een groot bord), wat inhield dat je door een barse dame verteld werd waar te gaan zitten. We waren met zijn drieën en zo zat je altijd bij onbekenden, want de tafeltjes waren altijd vier-persoons en ze begonnen pas aan een nieuw tafeltje als aan alle tafeltjes vier man zat. Dikwijls zat ik aan een ander tafeltje dan mijn vriendin en haar kind. Een keer, we waren toen met zijn vijven, trok mijn vriendin een stoel van een ander tafeltje erbij. Het was alsof de hel losbarstte.

Die vriendin wist overigens heel goed wat ze deed, want ze was in Oost Duitsland opgegroeid. Ze was er middels een schijnhuwlijk uit ontsnapt, wat dringend nodig was omdat ze in de gevangenis zat en daardoor dreigde haar kind kwijt te raken. Dat ging daar dan met onbekende bestemming zeg maar; dat kind zag je nooit meer terug. In die gevangenis was ze terecht gekomen omdat ze in het Museum für Deutsche Geschichte, waar ze werkte als museologe, opruiende pamfletten had gedrukt op een model van de pers van Guthenberg. Dat model stond daar omdat Rosa Luxemburg daarop opruiende pamfletten had gedrukt tegen de moffen. "Iek daachte als die Rosa dat maag dan maag iek dat auk." Niet dus. Ze was van Hongaarse afkomst, van een volk van paardenfokkende zigeuners, en bepaald niet op haar mondje gevallen, wat ons meermalen in onprettige situaties gebracht heeft in dat enge land. Toen de muur viel wilde ze terug en ik wilde niet mee; zo kwam er een einde aan een mooie tijd. Behalve museologe was ze ook een verdienstelijk acrobate. Ook in bed.

In Oelsnitz, een stadje in een Limburg-achtig aanhangsel van Oost Duitsland, had ze een tante, Tante Alex. Die woonde in een kapitale villa, ooit door haar vader neergezet. En toen Oost Duitsland Oost Duitsland werd, werden er in die villa een stuk of zes families plaziert. Voor Tante Alex bleef er een deel van de tweede verdieping over, en telkens als er bij de buren links of rechts een kind bijkwam, werd de tussenmuur een stuk richting vrijgezelle Tante Alex opgeschoven. Het huis van Tante Alex had door dat geschuif een vreemde indeling gekregen. Voor het toilet moest je via een uiterst smal gangetje en via het balkon van de buren voorbij die buren wezen.
Door dat toilet liep een nogal opvallende buis, waarnaar ik informeerde. Ooit, zo vertelde Tante Alex, was de afvoer van dat toilet defect geraakt en moest er een nieuwe buis in. Dat werd iets wat nog ergens lag, korte in elkaar geschoven stukken gietijzer van een zo grote diameter dat je er met gemak een lijk door zou kunnen spoelen. Maar dat zou dan wel opvallen, want die buis eindigde boven een strontkar.

De badkamer was nog de oorspronkelijke badkamer, dus die was groter dan de zitkamer. Er stond een fors ligbad met een grote boiler ernaast. Toen ik de eerste keer in dat bad lag begon na enige tijd het water koud te worden. Ik draaide de kranen open, maar er kwam alleen koud water uit. Even daarna werd er op de deur geklopt. Tante Alex. Of ik nog warm water wilde. Nou graag Tante Alex. De deur ging open en Tante Alex kwam, discreet haar ogen afwendend, de badkamer binnen met een emmer. De inhoud van die emmer kiepte ze niet in het bad, zoals ik verwachtte, maar in die boiler. Even morrelde ze daar nog wat aan, en toen gebeurde het: de vlammen sloegen zeker een halve meter boven de badkuip uit. Die boiler, dat was een bruinkool-boiler.

Op een dag nam Tante Alex ons mee naar haar zomerhuisje. Het was een minuut of vijf lopen, en dat zomerhuisje was het oorspronkelijke tuinhuisje van haar ouders, wat ze op wonderbaarlijke wijze had weten te behouden. Het lag in een parkje met een vijvertje, bloembedjes en vogels (nu schiet me te binnen dat haar achternaam Elster was, Ekster). Tante Alex vertelde dat ze er in de zomer woonde. Het was zo mooi in dat parkje, na dat grauwe land met zijn grauwe mensen, dat het een soort cultuurshock bij mij veroorzaakte. Nooit zag ik een idyllischer plekje.