maandag 15 april 2013

Literatuur


Orwell, Zwanger van de honger

Wel, eindelijk kreeg ik haar dan zover dat ze dan wel wou. We leenden een kussentje en ik maakte haar voor de reis gereed en bracht haar naar de kraaminrichting. Ze ontvingen haar met open armen. Ze gaven haar koolsoep, ossenragoût, aardappelpuree, brood en kaas en bier en allerlei adviezen over de baby. Yvonne at tot ze niet meer kon en voor mij stopte ze stiekem wat brood en kaas in haar zak. Elke dag bracht ik haar daarheen tot ik weer geld had. Mijn intelligentie had ons gered.


Huysmans, Het zwarte diner

Terwijl een verborgen orkest rouwmarsen speelde, werden de gasten bediend door naakte negerinnen, die enkel muiltjes en kousen droegen, van zilverstof, waarop tranen geborduurd waren.
     Men had uit zwartomrande borden gegeten: schildpadsoep, Russisch roggebrood, rijpe olijven uit Turkije, kaviaar, de gedroogde kuit van de harder [bottarga], gerookte bloedworst uit Frankfurt, wildbraad opgediend in drop- en schoensmeerkleurige sausjes, puree van truffels, amberkleurige roompralines, pudding, bloedperziken, druivengelei, moerbeziën en zwarte kersen. Uit donkergetinte glazen had men gedronken; wijnen uit La Limagne en Rousillon, Tenedos, Val-de-Peñas en Oporto; en na de koffie en notenbrandewijn, kwas, donker bier en stout.