vrijdag 12 april 2013

Van het Reve


Siberisch dagboek (1)

Ik heb twee medereizigers [in de Transsiberische Spoorweg], een man en een vrouw, beide ongeveer dertig jaar. De vrouw vraagt me de trein niet te laten vertrekken voor zij enige inkopen hebben gedaan. Ik beloof dat. Ze komen een tijdje later terug met brood, worst, roomboter en kaas.
     'Hoe heet u?' vraagt de vrouw.
     'Karel Gerardszoon.'
     'Laten we het niet zo ingewikkeld maken,' zegt zij. 'Ik heet Tatjana; hij heet Pjotr. Laat ons een vriendschapssouper aanrichten. Hebt u toevallig een krant bij u?'
     Zij wil daarmee het witte kleedje over het raamtafeltje beschermen. Ik heb geen krant, maar wel een keukenrol van 45 meter lengte. Tot het souper draag ik appels en chocola bij - twee producten waarmee wij zowel de Amerikanen als de Russen de baas zijn.