maandag 22 juni 2020

Poëzie



Lasagne tomaat rookkaas
Fabuleus eten voor deze dagen
Zie het recept na even scrollen hier
(Alle links hier openen in een nieuw venster)



Daan Zonderland

Zenuwsoep

Ik werkte naarstig bij ’t fornuis
En kookte consommé
Daar had ik knikkers in gedaan
En zeven lepels thee.
Daar dreven stukjes lever in
En een bouquet garni,
Een veter en een vijgeblad
En schijfjes zoute knie.
Ik deed er zinkzalf in en was
En zeewier en azijn,
Twee lepels lijm, drie staafjes lak,
Vier maatjes terpentijn,
Een handvol hooi, een half ons klei
En drie pond zoute vis,
Twee rollen bloemetjesbehang,
Een halve fles vernis.
Ik roerde er een briefkaart door,
Een fietsbel en een bril,
Het staartstuk van een zondebok
En een kininepil.
Maar toen ik Mientje proeven liet,
En naar haar oordeel vroeg,
Riep zij: ‘Jij aap! Je leert het nooit.
Het is niet zout genoeg




John O'Mill

Pruimen

Jantje zag eens pruimen hangen,
Oh, als eieren zo groot;
De tuinman zag zijn bolle wangen
Sloeg de vuile gapper dood


Petite ballade Belgique

D'r was eens een vraawke, da was niet waas,
dat at oitsloitend vruuchtenaas
moar toen heur kiendeke wier gebore
bleek het manneke staaf bevrore

[Er staat vruuchtenaais; dat klopt niet; ijs is aas, en aas rijmt trouwens nog beter ook]





Coos Neetebeem

Een God


Ik ben een God in `t diepst van mijn gedachten
En zit in `t binnenst van mijn ziel ten troon
Maar verder ben ik helemaal gewoon,
Met haaruitval en spijsverteringsklachten.



A. Marja

Het huwelijk


Ik heb je alles gegeven:
een gedicht, mijn maandsalaris
en een kind; wil je nu even
kijken of het eten klaar is





Antoon Decandt

Adieu donc chères beautées

Er waren zeven zusters
die woonden in Berlijn;
ze aten uitsluitend soda
en dronken alleen azijn.

Maar toen er tijdens de oorlog
een grote schaarste ontstond
en men in geen enkele winkel
azijn of soda meer vond,

toen zetten de zeven zusters
onder het leven een streep
en gingen onder luid gezang
gezevenen om zeep.