dinsdag 30 juni 2020

Beestenboel



Jam van meloen en gember
Een hele meloen = 1 potje jam!
Enkel dan wordt het waanzinnig lekker!
Zie het recept hier (alle links hier openen in een nieuw venster)
Scrollen!


Kees Stip!


Op een kreeft

Er was te Rotterdam een kreeft
die steeds ‘ik hebt’ zei voor ‘ik heeft.’
‘En dit’, zo zegt een Amsterdammer,
‘is daarom zo bijzonder jammer
omdat het toont welk wanbegrip
men daar van werkwoordsvormen hib.’




Op een woerd

Den Haag, zo zegt een woerd, is blijkbaar
per trein uit Utrecht onbereikbaar.
Want telkens als ik het probeer
begint een goudgebiesde heer
zijn longen vol met lucht te happen
en roept dan “Woerden overstappen!”




Op een haan

Te Emminkhuizen biedt een haan
zich desgewenst als wekker aan.
“Mijn veerwerk,” schrijft hij, “is perfect.
U wordt ruim honderd maal gewekt
op één gedicht van Trijntje Fop,
want dat windt mij geweldig op.”




Op een konijn

Bij Noordwijk zwom een nat konijn,
Te midden van een school tonijn.
‘Tja,’ sprak het beest, ‘dat tomt er van,
Als men de ta niet zeggen tan.’



Hing in een hotel in Venlo aan de muur
Kwam hij altjd
Bestaat (ook) niet meer


Op een hond

Een hond wiens naam was J. van Viegen
zag vijf gevulde schotels vliegen.
De eerste schotel was gevuld
met zwezerik en zure zult.
De daaropvolgende bevatte
een portie Belgische patatten.

De derde schotel vloog voorbij
vol versgebakken balkenbrij.
De vierde schotel, de dichtbijste
was ook met brij, maar ditmaal rijste-.
En wat nu zoudt gij denken dat
er in de vijfde schotel zat?

Ach mensen, laat u niet bedriegen.
Een hond heet immers nooit Van Viegen.