Jaren geleden was ik bezig de boekenkast van Mevr. A. te verven, toen ze riep ” Denk erom, ik heb ergens in een van de boeken een hoop geld gestopt”. De boekenkasten besloegen o.a. twee lange wanden en als er iemand was die een enorme puinhoop van andere puinhopen kon maken, dan was het Mevr. A. wel. Ze zat op dat moment thee te drinken met de homorette, zijnde de bovenbuurman en die riep: “ Loek zal ik mee helpen zoeken, er is anders geen beginnen aan”. Mevr. A.: “Niet laten helpen Loek, hij is onbetrouwbaar, je vind dat geld dan nooit meer terug!” Nou, het geld heb ik nooit meer terug gevonden, ik heb er ook, na die middag , nooit meer echt naar gezocht. In de loop der tijd ben ik er ook niet achter kunnen komen of ze misschien de kluit belazerde of dat het om een briefje van vijf ging of om een briefje van duizend of meer. Toen ik jaren later haar flat leeg moest maken, heb ik de de boeken naar de stort laten brengen. Muizenfamilies woonden inmiddels ook in die kasten, gestimuleerd door mevrouw.
Ik moet aan dat alles denken omdat beneden in mijn kelder nog twee kratjes met “waardevolle” boeken staan, maar toen ik er laatst in wilde kijken, zag ik een soort glimmende dingetjes, zilvervisjes?
Verder stond er nog Maria: een groot beeld, met witkwast nonchalant bijgeverfd door mevrouw en altijd prominent, met brandende kaars en omringd door restanten van kerstgroepen, beeldjes van o.a. teckels en politieagenten, tentoongesteld in haar kamer.
Ik ben niet zo “van de beelden” maar ik heb toch nu Maria naar boven gehaald en opgeverfd. Ze staat in de hal voor de spiegel die vroeger in mijn atelier hing. Die spiegel heb ik, zonder na te denken, opgeschilderd. Het is een beetje een Mexicaanse religieuze toestand geworden, behoorlijk vrolijk!