zondag 22 december 2019

Soep en boeken


Twee mooie winterpenen, twee stronken prei, een hele ui met zijn jas aan, laurier, komijn, tijm, oregano en twee kippenbouillontabletten, z/p , waren met elkaar goed voor een pan soep. Ui zijn jas uitgedaan en binnenkant terug in soep Op de markt staan ongewoon beschaafde mensen met een kraam met alle mogelijk , niet biologische kruiden die er heel vers uitzien. Ik kocht een bos platte peterselie, spoelde hem goed af en bracht de helft  aan de kook in een pannetje gezouten water. Na enige tijd heb ik de staafmixer (stelen van peterselie gehaald) op het pannetje gezet en dat leverde felgroene bouillon op. Bouillon bij groentesoep gegoten, soep iets lichter groen. Ik had een grote plak stevige polenta van drie cm dik. Tussen de plakken gorgonzola of oude kaas gedaan. Plakken aan repen gesneden  en goudgeel  gebakken in koekenpan en olie. Plakken werden eerst zacht en daarna stevig. Zag er leuk uit. Was het lekker Loek? Ja en je mist echt geen vlees. Ik heb twee enorme kommen op en ik zou, bij wijze van spreken, nu niet in staat zijn ruzie te maken terwijl ik in mijn gelijk sta.

Jaren geleden was ik bezig de boekenkast van Mevr. A. te verven, toen ze riep ” Denk erom, ik heb ergens in een van de boeken een hoop geld gestopt”. De boekenkasten besloegen o.a. twee lange wanden en als er iemand was die een enorme puinhoop van andere puinhopen kon maken, dan was het Mevr. A. wel. Ze zat op dat moment thee te drinken met de homorette, zijnde de bovenbuurman en die riep: “ Loek zal ik mee helpen zoeken, er is anders geen beginnen aan”. Mevr. A.: “Niet laten helpen Loek, hij is onbetrouwbaar, je vind dat geld dan nooit meer terug!” Nou, het geld heb ik nooit meer terug gevonden, ik heb  er ook, na die middag , nooit meer echt naar gezocht. In de loop der tijd ben ik er ook  niet achter kunnen komen of ze  misschien de kluit belazerde of dat het om een briefje van vijf ging of om een briefje van duizend of meer. Toen ik jaren later haar flat leeg moest maken, heb ik de de boeken naar de stort laten brengen. Muizenfamilies woonden inmiddels ook in die kasten, gestimuleerd  door mevrouw.

Ik moet aan dat alles denken omdat beneden in mijn kelder nog twee kratjes met “waardevolle” boeken staan, maar toen ik er laatst in wilde kijken, zag ik een soort glimmende dingetjes, zilvervisjes?
Verder stond er nog Maria: een groot beeld, met witkwast nonchalant bijgeverfd door mevrouw en altijd prominent, met brandende kaars en omringd door restanten van kerstgroepen, beeldjes van o.a. teckels en politieagenten, tentoongesteld in haar kamer.

Ik ben niet zo “van de beelden” maar ik heb toch nu Maria naar boven gehaald en opgeverfd. Ze staat in de hal voor de spiegel die vroeger in mijn atelier hing. Die spiegel heb ik, zonder na te denken, opgeschilderd. Het is een beetje een Mexicaanse religieuze toestand geworden, behoorlijk vrolijk!