Hier hebben we eindelijk een opinion chic die ook al bij Flaubert voorkomt.
Woody Allen
Weliswaar in een iets andere vorm: Flaubert had het niet over de joodse spijswetten, maar over de Christelijke vasten. Maar verder is het dezelfde stelling.
Een oud, voor de moderne mens onbegrijpelijk en bizar voorschrift wordt redelijk en begrijpelijk als je het ontstaan ervan bekijkt. In het geval van die joodse spijswetten verloopt de redenering als volgt: Je zou denken wat raar van die joden dat ze geen varkensvlees mogen eten. Hoe zou dat komen? Dat komt, is dan het antwoord (probeer het maar in uw omgeving, lezer!) omdat er in varkensvlees al gauw exemplaren zitten van de trichinella spiralis, en daar kun je heel ziek van worden. En dat hadden die oude joden in de woestijn in de gaten. Inspectie van varkensvlees, voorschriften voor koken, inzouten en roken en zo, daar waren ze drieduizend jaar geleden nog niet aan toe. Ze hadden trouwens geen mikroskopen en konden die trichinen niet zien. En daarom verboden ze meteen maar het hele varken. En om aan dat verbod de nodige kracht bij te zetten, zeiden de verbieders dat het verbod van zekere Jehova afkomstig was, en dat iedereen die het verbod overtrad door die Jehova zwaar gegrepen zou worden. En zo gebeurde het ook. Bekend is het geval van de jood, die in een slagerswinkel informeerde naar de prijs van een ons ham. Meteen weerklonk een zware donderslag. 'Ik mag toch zeker wel vragen?' protesteerde hij nog, maar van de koop zag hij toch af.
Die redenering is moeilijk tegen te spreken, want niemand is erbij geweest. Dat er in Leviticus niets over ziekte staat, maar alleen maar met het woord 'onrein' wordt geschermd, dat is op zichzelfnog geen bewijs dat men toen niet geweten of vermoed kan hebben dat die ziekte van die varkens kwam. Men heeft tenslotte ook eeuwenlang vermoed dat cholera besmettelijk was lang vóór men iets van bacteriën wist.
Karel van het Reve, Uren met Henk Broekhuis
Rainbow Pockets
"Niemand schreef mooier, zorgvuldiger, intelligenter" Jan Blokker
"Ik houd hem voor een van de grootste schrijvers die het Nederlands taalgebied heeft voortgebracht" Rudy Kousbroek