zaterdag 18 januari 2014

Eetbelevenissen (2)


van een internationaal chauffeur

Zie het eerste deel hier.

14:45 uur rij ik de poort uit, Montreux, Zwitserland, heeft lang genoeg geduurd allemaal, dat gebeurt vaak als je met een tankauto rijd. Gelukkig heb ik wel mooi kunnen douchen, da’s ook wat waard.
Er moet geladen worden in Ludwigshafen, dus mijn plannetje om via Frankrijk terug naar Nederland te rijden gaat mislukken. De neus weer richting Basel. Zo’n drie uur later ben ik weer aan de grens. Verdomde drukte hier ook altijd. Er staat weer een flinke file. Dat betekent dat de parkeerplaats vol staat. Ik ben leeg en dus kan ik de file gelukkig voorbij rijden rijden over het ‘leeg spoor’. Even mijn LSVA Schein afgeven (Leistungsabhängige Schwerverkehrsabgabe oftewel de Zwitserse tol) en ik ben weer in Duitsland. Hier betaal je met een vrachtauto ook tol, maar dat gaat automatisch via een kastje in de auto. Ik mag nog anderhalf uur rijden, dus even nadenken waar we een goed plekje gaan vinden. Het wordt een Autohof even onder Offenburg.


Buiten staat het vol met auto’s, en binnen is haast niks te doen. Dat zie je steeds meer. Oost-Europese chauffeurs doen dat heel veel, wel parkeren maar niet naar binnen om te eten/drinken/douchen. Maar ook Nederlanders eten steeds meer ‘ping’ maaltijden. Magnetron in de auto, en hapklaar spul mee van thuis. Om de kosten te drukken natuurlijk, want eten onderweg wordt steeds duurder, en we zitten toch achter dat stuur om ons brood te verdienen.

Ik ga toch maar naar binnen. Zoals ik dacht erg rustig, en da’s jammer. Vroeger trof je altijd bekenden onderweg, maar dat wordt minder en minder. Ik kijk op de menukaart en ga vanavond voor een Putensteak Badische art, kalkoen. Die wordt geserveerd met roomboter en typisch Duitse ‘Spatzle’. Ik vraag me al jaren af wat dat eigenlijk zijn. Noem het een kruising tussen spaghetti en half gare deegslierten. Weet ik veel, maar ik mag ze graag eten. Weer een schoteltje salade erbij. Deze keer geen tomaten, maar selderij, en wat maïs en bonen. Ik blijf hier staan vannacht, dus ik kan het eten aanvullen met een paar glazen Löwenbrau bier. Ik vind dat ik die verdiend heb.

Dik anderhalf uur later loop ik voldaan naar buiten, nog een beetje administratie doen in de auto, en dan naar bed. Slapen gaat goed in mijn nieuwe MAN truck. Het bed is goedgekeurd.


Donderdagmorgen. Ontbijt om zes uur. Een lekkere mok koffie en een ‘Strammer Max’. Uitsmijter dus, met drie eieren, een beetje garnituur en uiteraard een paar verse broodjes. ‘Frische Semmel’ noemen ze die trouwens in Bayern.

Wat uren later sta ik bij de reiniging. Ik moet een ander product laden, en dan moet de tank natuurlijk eerst gereinigd worden. Bij dit reinigingsstation zit een klein restaurant, dus na het reinigen is het tijd voor een snelle kop koffie, en hé kijk, verse broodjes. Ik bestel een broodje Mettwurst. Ziet er een beetje uit als rauw gehakt, en is volgens mij typisch Duits. Heerlijk op een broodje, met wat uitjes en een beetje peper en zout er op. Meteen maar weer een paar broodjes pakken om mee te nemen, er is weer plaats in de koelkast.


Later blijkt dat dit een goeie zet was. Bij de chemiegigant in Ludwigshafen loopt het weer eens volledig uit de hand. Daar sta je zo maar zes tot zeven uur binnen. Ik moet gevaarlijke stoffen laden, en dan wordt alles uitvoerig gecontroleerd. Op zich prima natuurlijk, maar het kost verrekte veel tijd.
’s Middags weer een paar broodjes met kaas en een kop koffie.


Volgende zie hier