woensdag 16 juli 2008

Tjee, vrouwendag vandaag...


Over vrouwen gesproken trouwens, ik ontmoette in midden Frankrijk ooit eens een Duitser, die daar werkte als leraar Duits, wat daar dus weinig om handen had. Dus, omdat hij toch voor zijn schamele uren van hot naar her moest rijden, deed hij er wat bij. Oud ijzer-handel. Spul vond hij langs de weg. Het was in een gebied, bij de Loiret, waar vroeger grote productie-plaatsen waren van vuurstenen werktuigen. Hij had een grote verzameling, onder andere een niet-gebroken sikkel-blad, dat had zelfs het museum daar niet. Zo zeldzaam dat het met Google niet te vinden is.
Ben de naam van het dorp vergeten maar het is vlakbij Descartes.



Le Commerce overigens is een prima tent. Zat ooit, wat zeg ik, ooit, dikwijls op het terras daar (rechts buiten beeld) en een keer wilde daar een oud mannetje op zijn Solex stappen toen de dorpsgek verscheen en die begon aan die brommer te trekken en aan die man. Greep in. "Dank u, meneer. U moet weten: elk dorp heeft een gek nodig." Dans chaque village il faut un fou.

Maar goed. Ik zat daar in zo'n boerderij met gasten-kamers, prachtige binnenplaats, alles met klimop overgroeid, leesbare boeken op je kamer, dat geloof je niet, zo'n eigenaresse die nadat ik een keer een asbak had gevraagd vanaf dat moment altijd een asbak klaarzette, die ophield met stofzuigen als ik (laat!) kwam ontbijten (ontbijt met kaas, ham, eigen gemaakte jam, drie soorten brood, kom daar eens om bij die Fransozen), die zei dat je er ook kon dineren maar dat had ze liever niet want "dan wil ik geen steak frites maken maar regionale dingen en dat wil ik dan echt goed doen en dat is zoveel werk... Maar als ze erom vragen dan doe ik het!"
Maar goed. Ik liep op die binnenplaats en vond daar een vuurstenen pijlpunt. Trots aan die madame gemeld. "Ach meneer," zei ze, "die vind je hier dagelijks" en ze wees op de schouw, waarop een enorme verzameling lag.



Descartes
Volgens mij "familie" van Spinoza. En van, oserai je le dire, van mij.

Maar goed. Ze vertelde me waar die werkplaatsen waren, ik ernaar toe, en ik vond er iets interessants. Je hebt daar slijtplekken in de wanden van de afgravingen, plekken waar ze de pijlpunten en zo slepen. Uithollingen. Wat vond ik? Een, zeg maar draagbaar slijpsteentje. Een blok steen zo groot als twee vuisten, met daarin ook zo'n slijtplek. En dat had dat museum niet, en die Duitser ook niet. En ik gaf het hem en zo werden we bevriend.

Wat heeft dit alles met vrouwen te maken?

Simpel.
Ik was net een Duits boek aan het lezen, ongelofelijk aangrijpend. Unica Zürn: "Dunkler Frühling". Er bestaat een Nederlandse vertaling, Donkere Lente, maar die is abominabel slecht.

Zürn zie hier (alle links in nieuw venster).



Foto van Man Ray

Ander uiterst aangrijpend boek van haar: "Der Mann im Jasmin".

Kan van geen van beide boeken plaatjes vinden.
Maar wat is dit nou?

Maar goed. Ik raadde die Duitser "Dunkler Frühling" aan. Zijn reactie was kort. "Ich lese keine Frauen".

Wat dit alles met eten te maken heeft? Niks. Zie volgende.