Eten koken is zo persoongebonden...
Wij thuis waren het er allemaal over eens: onze moeder kon
lekkerder koken dan onze vader. Pa, wiens vak het was, kreeg daar enorm de pest
over in. Hij kookte ook lekker, maar wij vonden het eten van onze moeder smakelijker
of zachter, ik weet het niet.
Mevrouw A. haar specialiteit was appeltaart en pannenkoeken.
Ze heeft een dun, zwart geblakerd koekenpannetje en ze heeft in een mum van
tijd een stapel flensjes. Ik heb het al zo vaak na proberen te doen, maar zoals
zij ze maakte, zo lukt het mij niet. Haar appeltaarten zijn door heel literair
Nederland zeer gewaardeerd geweest.
Daar liep ik nog over te denken.
“Wil jij niet van die gezonde zaden en bessen en gedroogde
vruchten?” vroeg de groenteboer.
Ik “Nee, wie kopen dat?"
Hij: “Dat is toch wel een speciaal soort mensen”.
“Ik ben bang dat ik, als ik zo’n spul ga eten, ik
voortaan heel snel zigzaggend over het
veld naar huis ga naar mijn leger.”
De groenteboer vond het leuk en een juist binnengekomen stofnest van een vrouw keek
bestraffend.