In het warenhuis is een eilandje met gebak en chocolade, en middenin dat eiland hangt zolang ik me kan heugen een homo met een ontevreden uitstraling. Hij staat daar en staart naar de einder, zoals de te lang alleen gelaten vrouw van een leuke visser zal staan staren.
Het gebak ziet er chique uit, is behoorlijk aan de prijs en doorgaans zonder smaak.
Boven in het warenhuis experimenteerden ze door de jaren heen met de lunchroom. Veranderingen komen er de smaak en het bezoekersaantal niet ten goede. Nu speelt er weer een flauwe vent in een vreemde outfit voor barista. Ik bestelde koffie en een saucijzenbroodje en kreeg een zeer bitter koffietje en een lauw smakeloos broodje. Ik liep met het spul terug naar de toonbank, maar de bediende stond trots op zichzelf modern te wezen en hoorde mijn klacht niet. Ik heb mijn blad nadrukkelijk op zijn toonbank "gezet". Binnenkort zal de boel er wel weer veranderd worden.
Terug beneden bij het gebak, vroeg ik aan Boris Dittrich (daar lijkt die homo op) of de prachtige boltaartjes hun geld waard waren. Mevrouw A. zou gedurende een dag geen moeite hebben met zo'n taartje. "Nee" sprak Boris, "er zit geen smaak aan. Pak nou onze tompoezen, die zijn ook duur, maar lekkerder zijn er niet". Hij had gelijk, Mevr. A. vond ze heerlijk.
Een tijdje later wilde ik weer tompoezen kopen, en "Boris" was er niet. Ik vroeg een verkoopster "Ik mis die oude nicht, hij is er toch nog wel?" "Jazeker" sprak het meisje "maar hij heeft pauze. Laat hem maar niet horen dat jij weet dat hij homo is, hij wil niet uit de kast komen!"