vrijdag 25 maart 2016

Spanje (6)



Hoeveel schapen zijn dit?
Richting 600, geloof het of geloof het niet


Herder


Dit is de laatste aflevering in deze serie.

Ik zou er vergif op hebben ingenomen dat ik enkele afleveringen, zoals deze, al eerder had gepost, maar nu begrijp ik het: ik had ze op m'n server gezet en er naar gelinkt. (En die links zijn sinds ik naar Frankrijk vertrok zo dood als een pier...)


Daarover zou ik nog vertellen. Dat ik als herder in de Pyreneeën heb gewerkt. Als ik dat in Nederland vertel, dan worden de mensen altijd lyrisch. "Goh wat leuk!" Maar in Spanje gaan ze een tafeltje verder zitten. Het is dan ook in Nederland een nogal ander soort werk dan in Spanje. Ik liep daar met tot 700 schapen, in m´n eentje, zonder hond, over allerlei weggetjes en brugjes, langs en over allerlei doorgaande wegen, tussen allerlei veldjes waar ze niet in mochten maar natuurlijk altijd in schoten: wijngaarden, alfalfa, mais, zonnebloemen... Je loopt en rent en vloekt je de pleuris, en dat voor 35 gulden voor een dikke tien uur werk per dag, zeven dagen per week. Het zijn dus niet de meest maatschappelijk geslaagden die dat werk doen. Geen plotsklaps op klompen lopende psychologen met een recente grijze baard en een mid life crisis, of gescheiden chirurgen-vrouwen die uitgekeken zijn op het pottenbakken en het aquarelleren, maar meer types die achter je rug beginnen te smiezen als je zegt dat je de lagere school hebt afgemaakt. In Nederland lopen ze met 300 schapen met twee man en twee honden of met 200 schapen, een man en drie honden of zo. Op uitgestrekte heidevelden. En niks twee keer per dag terug naar de lammeren in de stal en al helemaal niet twee keer per dag trillar, de lammeren van de schapen scheiden, wat een hels karwij is. En niks met een peinzende blik in de ogen pijp staan te roken onder een boom of, zoals ik van een Drentse collega las, "met een boek of een computerspelletje bezig zijn. Ja, als het tenminste niet regent."



Dat zie je veel, uitgestorven dorpjes aan de rand van een stuwmeer 
Zijn ze door dat meer hun land (wat meestal lager ligt dan het dorp) kwijtgeraakt


Maar goed. "Hoe wordt je dat, herder?", dat vragen ze dikwijls. Geen idee in Nederland. Ik denk een brief schrijven aan de Vereniging tot Behoud van het Drentse Heideschaap. Zo´n soort stichting dan, want die Drenten schreven me niet terug. In Spanje moet je in een niet te kleine stad in een kroeg gaan vragen in welke kroeg de schapenfokkers gaan kaarten. En daar dan naar toe gaan etc. En in Frankrijk bel je de Landelijke Unie van Schapenfokkers in Parijs. Een keer gedaan. Een erg aardige dame vertelde me dat dat alleen zin heeft voor de Rhône-delta en vanaf februari of zo, maar het was oktober.
Hoe werd ik dan herder? Ik was weer eens gaan werken bij Ximo, had het aan m´n keel gekregen in die walmige keuken van hem, vertrok, kwam aan in Huesca en liep naar het pension van Julián, waar ik eerder een half jaar had gewoond en gewerkt: zijn pension en dat van enkele familieleden ontdoen van de scheuren in de muren (de aarde beweegt er nogal) en daarna verven; 20 scheuren per kamer, 30 kamers en vijf toiletten en vijf badkamers en tien gangen per pension. Net toen ik er naar binnen liep werd er een viezige oudere man buitengegooid. Die man die was herder, had een voorschot gevraagd, de helft vergokt en de rest verzopen, niet komen werken, de huur niet betaald etc. Ik zeg "Ik zoek werk in de buitenlucht. Dat moet van de dokter." Met Julián naar dat schapenfokkers-café, Miami heet het meen ik, of ik ervaring had, ik zeg ja hoor (nooit ´n schaap van dichtbij gezien), of ik bevriend was met die andere herder, ik zeg nee en de volgende dag liep ik met 700 Dolly´s door de bergen. Na een paar dagen zeiden die fokkers dat ze wel konden zien dat ik gene ene flikker ervaring had maar dat ik goed leerde en dat ik in dienst kon blijven. 30 gulden per dag, zwart en niks verzekerd. Ik zeg ik moet 35. Dat was akkoord.



Stof 
Veel stof


Iets voor jullie? De trein naar Bordeaux nemen, vandaar de trein naar Pau, vandaar de trein-bus-trein combinatie naar Huesca. In Huesca naar Pensión Bandres vragen, Julián je dat café laten wijzen, daar rond een uur of drie naar de gebroeders Gabarre vragen etc. En Julián vragen naar het pension van Doña Mercedes. Als je bed niet hoeft te worden opgemaakt kost dat een tientje per dag, prijzen 10 jaar geleden. Ik zeg "Het hoeft ook niet te worden schoongemaakt" maar dat maakte niks uit. -"Dat doen we nooit." Bij Julián kost een kamer voor langere tijd het dubbele en in de zomer het driedubbele, dus dat kan je je niet permitteren. Prima kamers, dat wel. Bij Mercedes geen warm water maar wel medebewoners die in Nederland in de geriatrische psychiatrie zouden lopen. Alles went.

Dagindeling? Zes uur op, broodbeleg meenemen en de bota -de waterzak of voor Spanjaarden de wijnzak dan-, naar de andere kant van de stad lopen, halverwege een kop koffie drinken en een stuk brood kopen, opgepikt worden door die gebroeders, het land op rijden, trillar, en lopen maar en lopend ontbijten. De eerste dagen loopt er iemand mee. 13 uur terug naar de stal, daarna met de gebroeders terug naar de stad, inkopen doen (wijn, brood en beleg bij de Aldi alwaar altijd allerlei zaken in de aanbieding voor een gulden; om de dag een pakje shag en elke dag een krant want anders word je ècht herder), op je kamer eten (koud dus; warm kan je je niet permitteren), om drie uur in dat café, koffie, naar het land waar ze siësta gaan houden, zelf ondertussen de krant lezen, vijf uur trillar en weer weg tot vlak voor zonsondergang om een uur of negen of tien, terug op de boerderij met Seven Up aangelengde wijn drinken uit zo´n glazen tuitkan en een homp brood met ham eten (alles uit een ijskast waaromheen schapenlijken hangen uit te lekken), terugrijden, twee grote glazen ijskoude wijn drinken op het terras naast dat pandje van Mercedes (1,50 per vaas van bijna een halve liter), nog net de trap op kunnen komen, schapevlooien doodspuiten (ze steken niet maar ja, je hebt ze op je lijf), niet vergeten de wekker te zetten en "bonk" in slaap vallen. O, en niet ingaan op dat voorstel om maar zes dagen te werken want dat red je financieel niet..

En als die schapen uitgezwermd staan niet denken dat je de helft kwijt bent want dat lijkt nou eenmaal altijd zo.

En nog een tip: rond alle veldjes staan fruitbomen met werkelijk enorm lekkere perziken, peren en mirabellen en zo; eet zoveel je wil maar pluk nooit om mee te nemen. Dat mag niet. En onder het plukken om de halve minuut omkijken want in een minuut kan je een halve kudde kwijt zijn. Veel succes! En niet ziek worden natuurlijk!



Die moet dadelijk in die bocht gaan staan en ze dat stoppelveld links inslaan om ze uit die wijngaard te houden
En dan die weg naar links op en neer rennen om idem
En hard slaan want anders werkt het niet
Misschien iets voor die zwaktrut van Wakker Dier om er iets tegen te gaan doen...


Sommige verhalen uit deze serie publiceerde ik al wel ín het blog

Zie Torens hier
Zie Telefoon hier
Zie Plá hier
Zie Lamsvet hier