Een man in witte, korte jas en een zware mand aan de arm trekt mijn coupé-deur open. 'Ik kom voor u, jongeman!' zegt hij ernstig. 'Het is mogelijk dat gij een flesje bier wilt drinken, of een bekertje cacao. Voor het geval dat gij iets eten wilt heb ik hier piroggetjes, bonbons, brood, worst, kaas. Voor het geval u een paar eitjes wilt eten heb ik ook eitjes bij me. Ik heb eigenlijk alles wat u maar wilt. Ik kan u werkelijk aanbevelen iets van mijn waar te gebruiken. Als u daarentegen helemaal niets wilt hebben dan ga ik maar weer verder. Maar ik heb, zoals ik al zei, eitjes, broodjes...'
De man sprak zoals Thomas Mann schrijft en tegen zo'n verkooptechniek ben ik niet opgewassen. Ik koop twee piroggetjes - een soort met vlees gevulde oliebol, die in Nederland ingevoerd zou moeten worden, naast of in plaats van de kleffe gehaktbal die je uit de automaat haalt - en een beker chocolade. De pirozjok is heel goed, de chocolade best te drinken, al zijn kleur en samenstelling van beker en chocolade wat valer en ruiger dan bij ons.
Karel van het Reve
Siberisch Dagboek
en
Met Twee Potten Pindakaas naar Moskou
Uitgeverij Van Oorschot