donderdag 16 mei 2013

De Joodse spijswetten zijn in oorsprong hygiënische maatregelen


Karel van het Reve, "Uren met Henk Broekhuis"

Je zou denken wat raar van die joden dat ze geen varkensvlees mogen eten. Hoe zou dat komen? Dat komt, is het antwoord (probeer het maar in uw omgeving, lezer!) omdat er in varkensvlees algauw exemplaren zitten van de trichinella spiralis, en daar kun je heel ziek van worden. En dat hadden die oude joden in de woestijn in de gaten. Inspectie van varkensvlees, voorschriften voor koken, inzouten en roken en zo, daar waren ze drieduizend jaar geleden nog niet aan toe. Ze hadden trouwens geen microscopen en konden die trichinen niet zien. En daarom verboden ze meteen maar het hele varken. En om aan dat verbod de nodige kracht bij te zetten, zeiden de verbieders dat het verbod van zekere Jehova afkomstig was en dat iedereen die het verbod overtrad door die Jehova zwaar gegrepen zou worden. En zo gebeurde het ook. Bekend is het geval van de jood, die in een slagerswinkel informeerde naar de prijs van een ons ham. Meteen weerklonk een zware donderslag. 'Ik mag toch wel vragen?' protesteerde hij nog, maar van de aankoop zag hij toch af.
[...]
Toch lijkt het me geen sterke stelling. Ten eerste, laten we wel wezen, is varkensvlees helemaal niet ongezond. Gojim eten het al duizenden jaren. Als je zegt dat er in ongekeurd varkensvlees trichinen kunnen zitten en dat je daar ziek van kunt worden, dan is dat niet helemaal eerlijk, want je kunt wel zowat van alle voedsel ziek worden als daar ziektekiemen of verwekkers in zitten, en die kunnen overal in zitten. Wie zo tekeer gaat over de ziekten die je eventueel van varkensvlees kunt krijgen zou als hij eerlijk was ook uitvoerig moeten ingaan op de vreselijke ziekten die je van gefilte fisj kunt krijgen. Maar daar hoor je nooit iets van. Ook Leviticus zwijgt daarover. Noch is daarover iets te vinden in een van de andere boeken Mozes.