Bij ons in de stad zat sinds mijn heugenis een prachtige kaaswinkel.
Je ging daar niet zomaar "kaas kopen", het had iets elitairs: je was bang iets stoms betreffende kaas te zeggen. (ik moet bij die laatste zin aan Elsschot denken). De bediening was zeer beschaafd en je voelde je toch een stukje groter als je buiten kwam. Inmiddels zijn die aardige mensen al lang met de winkel en de vele, vaak zeikerige veeleisende klanten gestopt. Ik zie de auto's van die winkel nu alleen nog kaas naar betere restaurants brengen.
In Haarlem zat een cafeetje "Het goede uur". Bij binnenkomst werd je, met klassieke muziek op de achtergrond, begroet door een keurige heer die zacht schuifelend op de achtergrond in de weer ging, om daarna opnieuw te verschijnen met een plankje kaas en twee glazen wijn.
Ik had altijd een hekel aan Haarlem, omdat mijn tante Lena daar woonde en die vrouw was qua herseninhoud en truttigheid precies wat je van een "Lena" verwacht. Het goede uur deed die herinnering vervagen, maar al snel kreeg ik te maken met een (toekomstige) schoonfamilie die qua leegheid met tante Leen zouden kunnen wedijveren.
Op de markt was toen ook de Franse kaas ontdekt. Ik werd vaste klant bij een kraam waar de eigenaresse mijn toenmalige hond altijd een behoorlijk stuk jonge Goudse toewierp. Toch vond ik de kaasjes steeds sterker en dus minder lekker smaken. Ik maakte wel eens een zijdelingse opmerking tegen die mevrouw, maar ze deed of ze me niet begreep en gooide mijn hond weer een stuk kaas voor zijn poten. Ik was dus blij dat ik, vanwege mijn verhuizing, van de kaasvrouw verlost was.
Lidl zit hier aan de markt. Over lekkere kaas en grote keus gesproken: ik kwam hier wonen in de feestmaand December. Nou, "De keuze was reuze", maar ook in de andere maanden is er volop te kiezen. Toch vind ik de kazen, een uitzondering daargelaten, ook weer sterk smaken. Gevolg? Ik koop nog wel, maar eet het niet meer op.
Gisteren gooide ik zelfs een paar pakjes weg. Alleen de Munster heb ik over aardappelplakjes verdeeld en in de oven gezet (advies van Yu-Mei, maar ook van jou, Maarten) en dat was heerlijk.
Dag, Loek