donderdag 4 december 2014

De omgevallen boekenkast




(Eerste aflevering zie hier; alle links hier in een nieuw venster)


“Kunstenaars drukken gevoelens uit”

Daar begon het dus allemaal mee. “Gelul” zei ik, want ik had van Karel van het Reve in Uren met Henk Broekhuis het essay gelezen met de Van het Reviaanse titel Bij het vorige stukje hebt u misschien gedacht: nou ja, dat van die potloden [fallische symbolen], dat geloven misschien een heleboel mensen, maar ik geloof dat helemaal niet. Maar nu heb ik iets dat u vast en zeker ook gelooft: dat kunstenaars gevoelens uitdrukken. Het essay begint met “Karl Popper noemt dit een ´lege´ stelling. Daar bedoelt hij mee dat iedereen bij alles wat hij doet iets laat merken van zijn gevoelens. Iemand die schildert of componeert of schrijft verschilt hierin niet van iemand die chauffeert of glazen wast of Frans doceert. Wie zegt dat het merkwaardige van kunstenaars is dat ze gevoelens uitdrukken lijkt op iemand die zegt dat het merkwaardige van katten is dat ze levende jongen ter wereld brengen.”

“Gelul” zei ik dus over dat "gevoelens uitdrukken", en ik vervolgde met, deels aan Van het Reve ontleend, "Hoe kan ik dan die schilderijen van Ket zo mooi vinden terwijl zijn gevoelens me geen ene moer interesseren? In welke passage zitten dan die gevoelens van Mozart voor dat 11-jarige nichtje? Waarom vind ik die vazen van Reinheimer zo mooi, terwijl ik haar voor een uiterst abject persoon houd? Ik krijg trouwens nog zesduizend gulden van haar ook nog. Al jaren."

Eerlijk gezegd interesseren de gevoelens van Ket me wel: de gevoelens van iemand die zijn hele leven in Noord Bennekom heeft doorgebracht, en één keer één nacht van huis geweest is. Naar Zuid Bennekom. Maar met die schilderijen heeft dat niks te maken.

“Kunstenaars drukken gevoelens uit” is een “lege” stelling, een niet-falsifieerbare stelling. Eigenlijk zouden we er dus niet over moeten discussiëren. In dit soort discussies  wijzigt het gezichtspunt de problematiek volledig. Enkele voorbeelden. Bomans citeert met genoegen Sint Bernard: "Het is niet in het bewustzijn waar de vrucht zich bevindt, maar in de handeling van het grijpen ervan." Maar hij schrijft daarnaast ook "Het genot om iets te bekijken is de realiteit van het ding, het hebben ervan is een idee, een voorstelling, een fictie." En de uitspraak van Sint Bernard is ook in tegenspraak met wat Proust over die madeleines schrijft: "Het is duidelijk dat de waarheid die ik zoek zich niet in die madeleines bevindt maar in mij."

(Veel kunstenaars denken natuurlijk wel dat ze gevoelens uitdrukken...)



Volgende aflevering zie hier.