zaterdag 28 september 2013

H.H. Schmitz


Het vermicelli-gevecht

Er was soep met lange draadvermicelli. Zulke lange vermicelli had ik nog nooit gezien.Om dat goedje met een zekere gratie bij elkaar te houden, dat is in elk geval niet zo gemakkelijk. Van de lepel floepten ze terug in de soep of op het tafellaken of op de revers van mijn jasje, veel bleven er ook aan je kin en aan je kaken hangen en vormden daar een golvende baard. Ik werd nerveus. De mensen keken al. De jongen tegenover mij lachte luid en stopte met vzjn vingers de vermicelli met klompen tegelijk in zijn mond. Zijn moeder zei dat het een echt Zuid-Duits gerecht was. Nu was er een knot vermicelli op de grond gevallen, mijn voeten raakten erin verward. Ik trappelde met mijn benen om mij uit de glibberige omhelzing te bevrijden, trapte tegelijkertijd zó tegen de tafel dat de borden een stuk omhoog sprongen. Ik werd steeds nerveuzer. Nu hing opeens een lange draad uit mijn mond, ik zoog, ik trok, ze had zich om een knoop gewikkeld. Plotseling sprong de knoop eraf en het uiteinde van de vermicellidraad schoot in m'n oog.
     De tranen sprongen me in de ogen. Ik hield mijn servet voor mijn gezicht.