woensdag 24 oktober 2018

Geld




Eerst maar even wat ik ooit dacht, toen ik met een biljet van vijftig gulden in mijn hand stond te wachten op de bediening in De Bonte Koe in Barneveld. De rest komt dan vanzelf. Ik dacht "Maar dat toen in Frankrijk, dat was toch al veel langer geleden dan dat die biljetten bestaan?" Nee; dat biljet was al jaren oud. Wat zijn wij toch modern en wat waren onze biljetten toch altijd mooi. Maar in Frankrijk, waar ze biljetten hadden met blote tieten erop, vonden ze van niet.

We schrijven omstreeks 1984. Een bank op de markt van een of andere stad. Montpellier of Montelimar of zo. Geen gat. Ik bied enkele biljetten van vijftig gulden, die met die zonnebloem dus, ter wisseling aan. En wat eigenlijk altijd gebeurde gebeurde nu ook. Verbaasd naar die biljetten kijken, verbaasd naar mij, weer naar de biljetten en zo enige tijd voort. Van voren bekijken, van achteren, mij weer bekijken etc. Nog net niet die biljetten beruiken. Eind 60- begin 70-er jaren betrapte ik mezelf er nog wel eens op dan ietwat schuldig te gaan kijken, maar later niet meer. Ik weet niet of ik in 1984 al keek zoals ik de laatste jaren in dat soort situaties placht te kijken. Zo van "Pompom, daar trappen ze in dit gat wel in." Niet handig overigens. Maar goed. Schuldig keek ik niet en waarschijnlijk ook niet provocerend want ik had niet veel geld bij me. Wat dan verder ook altijd gebeurde, gebeurde ook toen weer: waar of die biljetten dan wel niet vandaan kwamen, aftocht van de bankbediende met biljetten en paspoort richting een of ander deurtje. Deurtje open, deurtje dicht en na enkele minuten deurtje open en een ander hoofd wat mij begluurt. Of beter: twee hoofden, "Die daar is het", een hoofd terug. Tweede hoofd weg, deurtje dicht en na vijf minuten deurtje weer open, type komt terug en legt die biljetten triomfantelijk voor me neer. "Waar staat dat dan, Pays Bas?!" Uitleg dat in Pays Bas hollandais gesproken wordt en dat in die taal Pays Bas niet Pays Bas heet. Dat op Engelse biljetten ook niet Angleterre staat of Royaume Uni of zo. Deurtje, tweede type, boek met afbeeldingen van bankbiljetten die al lang uit de roulatie zijn. Bellen met hoofdkantoor etc.

Doordenkend herinner ik me dat ik ooit, eind jaren 70, antieke meubelenhandel, in een gat in Portugal stond met enkel biljetten van duizend gulden. Niet handig. Bankje in, welk land of dat was, rekenen, verbaasd kijken (het grootste biljet daar was als ik me goed herinner honderdvijfentwintig gulden waard maar je zag ze nooit), opnieuw rekenen, papiertje tekenen en -geen gelul- uitbetaald krijgen. Verder herinner ik me dat in datzelfde gat, het was ergens in de buurt van Borba, een antiekhandelaar zei dat ik niet hoefde te gaan wisselen. Hij nam wel Nederlands geld. De koers was toch ongeveer zoveel? Inderdaad. De volgende dag bleek de Escudo fors te zijn gedevalueerd.





Die handelaar, dat was ook aardig. Die dreef ook een museum, Museo do Cristo, waar een stuk of duizend crucifixen hingen. Zijn zoon was niet goed bij het hoofd. Die maakte met een figuurzaagje en schuurpapier van die spaantjes met zo´n schuin uiteinde om in pannen te schrapen en te roeren. En als hij er honderd klaar had ging hij op de brommer naar Frankrijk om ze te verkopen voor minder dan een gulden per stuk. Hoe je daarvan leven kon, ja zelfs alleen maar op en neer naar Frankrijk rijden, dat heb ik nooit begrepen.

Achter dat museum had die handelaar zijn negotie van antieke meubelen. Allemaal schuren waar hier en daar wat stond. Een keer zag ik er een mooi oud beschilderd bed. Er lagen wat lappen op. Ik vraag wat dat bed moet kosten. Zegt die man dat hij dat bed niet kan verkopen omdat het van zijn moeder is. Hij trekt ter adstructie die lappen weg van waaronder een angstig kijkend oud vrouwtje te voorschijn komt.

Terug naar banken. Spanje. Ook erg leuk. Altijd problemen met euro-cheques (die niets met de Euro te maken hadden maar met Europa), maar op een gegeven moment wist ik precies hoe het moest. Bank binnen lopen (daar zit dan altijd een man of 10 aan de lopende band dingen te stempelen en zo), flink branie, of ze die cheques maar even willen wisselen. De reactie is dan altijd hetzelfde: nee. Bank uitlopen, bank ernaast naar binnen (altijd vier of vijf banken naast elkaar), zeggen "Hiernaast wisselen ze geen euro-cheques!" en dan altijd als antwoord krijgen "Wij wel hoor!".

Met dat pak Peseta´s teruglopen naar die eerste bank, op de ruit kloppen, triomfantelijk met die waaier zwaaien en wijzen naar de buren, dat hoort er ook nog bij.