Ook bekend onder de naam: ‘drolle’. Een Zeeuwsche specialiteit, die echter in 1678 vanuit Vlaanderen naar de rest van Zeeland overwaaide. Het verhaal gaat van een arme landarbeider, die niets meer te eten had, en zijn baas om wat extra meel vroeg. "Miljaardedjuu ! Een drolle op uw tafel kunt ge van mij krijgen!", zei de wreedaard, en schopte de knecht weer naar buiten. Maar de boerenvrouw kreeg medelijden, en gaf de vrouw van de knecht een zakje meel. En daar bakte ze uit boosheid ‘drollen’ van, met ‘bruune’ suiker er op. En toen ze in hun armzalige huisje lekker zaten te smikkelen, kwam de boer binnen, want hij had spijt van zijn gierigheid. “Wat vreet gij daar ?”, zei hij verbaasd. “Awèl, baas… wij vonden het idee van uw drolle op tafel niet zo smakelijk, en aangezien we niets te eten hebben, hebben we zelf er maar een paar gelegd….”
Toen voelde de baas zich nog schuldiger, maar de knecht en zijn vrouwe inviteerden hem aan tafel, en voortaan bakten de boerin en de knechtvrouwe samen de ‘drollen’ en het gerechtje verspreidde zich snel over landerijen en dorpen.
Het is een simpel gerecht, dat iedereen kan maken, waar ge voor nodig hebt: 500 gram Bloem, 1 mespunt Zout, 3,5 deciliter Melk, 50 gram Gist, 75 gram Boter, 1 Ei, 1 kwartkilo bruine Basterdsuiker en 2 eetlepels kaneel. En volg dan de beschrijving van het recept hier....
Marieke, die zelf haar bolussen bakt...