zaterdag 22 maart 2014

Waterkoker


















Elke morgen bel ik mevrouw A(lzheimer) om te vertellen welke dag het is en welk uur. Zo ook vanmorgen.
Ik: Het is 8 uur en het is zaterdag en het is halverwege maart.
A: O fijn, komt er niemand poetsen? Ik heb namelijk brand gehad en dat kwam door een duif. Wees niet bang, alle sporen zijn uitgewist.
Ik: Hoe kwam die brand dan?
A: Welke brand?
Ik: Je zei dat je brand had en dat dat door een duif kwam.
A: Welke duif en welke brand, jij spoort niet helemaal, Loek.

Ik met mijn hond naar mevr. A.
Bij aankomst beginnen mijn hond en haar hond hard te blaffen, want die weten dat, als ik mijn hielen licht om boodschappen te doen, ze dan vol met koekjes worden gepropt door mevr. A. Op het gasfornuis staat een steelpannetje met water heel hard te koken. Mevr. A. geeft ondertussen op haar balkon de planten water en ik hoor haar kletsen tegen een voorbijganger.  Ik zie alleen een plaatje dat onder de kan van de elektrische waterkoker hoort, de stekker zit nog in het stopcontact. De kan is nergens te vinden. Mevr. A. komt binnen en helpt me zoeken, de honden blijven blaffen, mevr. A. komt met een ander pannetje aan om te vragen of ik dat soms zoek. Ik raak steeds geïrriteerder.
A: Dit is toch ook een goed pannetje om water te koken
Ik: Ik zoek die elektrische waterkoker
A: Heb ik nooit gezien
Ik: Hier is het plaatje waar hij op stond
A: O
Ik: Waar is ie dan?
A: Het moet niet gekker worden, heb jij het nou tegen je hond met je “Waar is ie dan”.
Ik: Ik zoek die waterkoker!
A: Dan zeg je toch niet “Waar is ie dan”, dat zeg je tegen de hond.

Ik vond de waterkoker, de onderkant was totaal weggesmolten en het ijzeren onderzettertje van het gasstel zat er helemaal in vast.
Ik: Kijk eens, hier is de waterkoker, kijk eens naar de onderkant.
A: Zoals jij praat, zo spraken huisvrouwen 50 jaar voor de eerste wereldoorlog tegen hun personeel.
Ik: Het gaat mij erom dat je zelfstandig kan blijven wonen.
A: Ik ga misschien wel in een bejaardenhuis, want ik word jullie zo zat.
Ik: Daar kom je niet in.
A: Gelukkig maar.
Ik naar de ALDI aan de overkant en daar verkochten ze zowaar waterkokers. Kom ik buiten de hulp van mevr. A. tegen en die zegt: “Die waterkoker moet je niet pakken, die ziet ze helemaal aan voor een fluitketel met die ronde vorm en dan zet ze hem meteen op het gas en ik heb gisteren de oude waterkoker al van het fornuis moeten halen”.
















Ik heb gisteren iets heel eigenaardigs gegeten. Even kijken of ik het nog kan navertellen. Mijn goedkoop en lekker recept (ik weet niet of zoiets er al is) voor alle mensen die met kikkerlijfjes zonder poten zitten en waar de eenden geen “kwak kwak” meer kunnen zeggen, wegens de aanmoedigingen en de recepten van ene Van Thiel die zo nodig alles eetbaar kan maken en dat ook rustig doet.
Ik had in huis: sjalotten, biologische vast kokende aardappelen, stoplicht paprika’s, koksroom, beetje spekjes (oei), knoflook en ik had geen zin om boodschappen te doen. Aardappelen geschild en aan dikke schijfjes gesneden en half gaar gekookt. Uien gesnipperd, spekjes en paprika’s aan blokjes, half gare aardappelschijfjes afgekoeld, knoflook: alles gebakken in olijfolie met boter. Rauwe rijst door die gebakken toestand gedaan en precies als bij risotto maken: witte wijn erdoor en hete bouillon en kruiden(blokjes) en koksroom. Ik had nog pecorino erover geraspt (hoeft niet).
Goede stoel uitzoeken of meteen naar je bed gaan. Nog even nadenken “Samsom, Wilders, Rutte, hoe heet die ene van het CDA nou…” maar je slaapt al.
Biologische diepvries doperwten zaten er ook door.

Dag, Loek