* Stroopt een haas.
Ontmoet kinderen die rivierkreeft vangen.
Die ving ik ook, in een rivier net zuid van de Pireneeën, en het aardige van die streek was dat de lokalen er zeelt visten (niet te eten uit zoet water; moet uit brak water komen) en soms forel vingen en die aan mij gaven want dat vonden ze niet lekker. En ze zochten ridderzwam (altijd vol wormpjes) en als ze dan eekhoorntjesbrood vonden gaven ze dat aan mij. Want dat vonden ze niet lekker.
Heb daar ook geprobeerd kikkers te vangen voor de poten. Het barstte er van de kikkers. Maar ja, wat je ook deed (kop afknippen, you name it) altijd kwamen ze weer bij...
Ridderzwam
Wat je er ook had: melkzwam. Lactarius deliciosus.
Zoals de naam zegt: enorm lekker. In een boek stond dat je ze niet kon drogen. Meteen gedroogd dus en dat werd een van de lekkerste dingen ooit gegeten: geweekt, gebakken met ham, geflambeerd met Pernod, gestoofd met het weekwater.
Maar goed.
* Haring en wijn uit Castilla.
Haring en sardines, vooral in het binnenland, dat is gezouten / gedroogd. In spanen dozen, precies zoals de haringen vroeger bij ons in de vaatjes. Goudkleurig.
* Knoflooksoep en besugo.
Knoflooksoep hier (nieuw venster, als altijd).
Besugo, soort zee-brasem. Grote vis; eet je met vier man van. In Baskenland eten ze dat met de Kerst. Net als Red Snapper: olie, ovenschotel, inkervingen, daarin partjes citroen en knof in de buikholte.
De vagebonden komen in de buurt van Baskenland. Vis dus en nog eens vis.
* Una bacalada, een bacalao-schotel; idem + aardappelen; merluza (zie deel 1); sardien...
Ook een keer vlees, "filetes". Erg lekker. Heel dunne plak van runderbil, heel kort aan beide kanten op de bakplaat, waarop wat grof zout.
Bacalao, Bacalhao, Bakkeljauw, klipvis, zoutevis.
