vrijdag 9 januari 2009

30-12 (2)


Zag in een reklamefolder dat Auchan, grote supermarkt die geen rotzooi verkoopt, verkopen 2e Margaux van Giscours, wijn du Pays de l’Aude verkoopt voor 90 cent/liter.

Stapeltje culinaire krantartikelen. Coquilles.
De beste komen van Île d’ Oloron, en daarvan zijn weer de beste die van Breton en die van Antioche “want dat zijn coquilles van rots en zand”. Kan oktober t/m december gevist worden, 18 dagen totaal. Haven: La Corinière, alwaar ook garnalen, tarbot, zeeduivel, tong, zeebaars, inktvis, octopus, rode poon, langoustines, rog, heek etc. 100 ton dit jaar. Worden geveild, ook via internet. Momenteel 2,50-2,80/Kg., met schelp natuurlijk. Smith zit er ook.



’n Visser: “Er zijn twee scholen, rauw of niet. [Er zijn trouwens ook twee andere scholen, met corail of niet.] Mijn recept? [hij maakt dat aan boord] Kort in hete boter bruinen, déglaceren met cognac en crème fraiche, of eventueel met béchamel. Het corail in heel dunne schijfjes over de noix.” Ik neem aan dat dat corail rauw is.
Rauw eet hij ze heel fijn gesneden, met fleur de sel, zwarte peper en olijfolie. 30 minuten laten staan.
Verder maakt hij aan boord pot au feu van inktvis. Zeeduivel: in de lengte opensnijden, de staart dan dus, graat eruit, vullen met een dunne plak ham van Aoste, ratatouille, p/z, dichtmaken, oven.



Zeeduivel, hengelvis, hozemoos

PJ. Poil à gratter, luis in de pels; un (véritable) moulin, een (ware) duiventil (erin eruit erin..., lek als een mandje overdrachtelijk…

Ede komt ook voor in Franse kruiswoordpuzzels! “Aux Pays-Bas”.
Die puzzels zijn iets cryptogrammig. “IJs in Eton”: ice. Karel van het Reve “Je spreekt een vreemde taal goed als je er kruiswoordpuzzels in op kunt lossen”.
Deel 1 en 2 van zijn verzameld werk zijn uit, overigens.



Spul voor de winkel gemaakt

Gisteren die gedroogde tuinbonen gegeten. Olie, ui, knof, verse gember, prei. Komijn, foelie, kruidnagel, sambal, ketjap manis. Eieren erboven gebroken.



Kocht Tomme de Savoye en ’n papaya. Moest aan de kassa vertellen wat het was, hoe je het eet (“Altijd met citroensap”) en of ’t lekker is. Ik zeg ik vind het het op een na lekkerste fruit, waarop ik natuurlijk moest vertellen wat het lekkerste was. Tamarillo, maar daar hadden ze –ook- nog nooit van gehoord.



Rijdend door het landschap viel me wat op. Alle wijngaarden liggen op een platte lage heuvel, soms zo plat dat het nauwelijks te zien is. Natuurlijk, een gravier, een kiezelbult. En hoe hoger en groter de bult, hoe beter de wijn. Dat verklaart ook wat anders. Soms zie je een aardappelveld tussen de wijngaarden en dan denk je waarom geen wijngaard daar. Simpel. Is plat.



Pain brioché, iets tussen brood en brioche in

Vanavond uitgenodigd in de auberge.