Eerst maar weer die kranten. Een dubbele pagina met zes recepten, elke dag een. De eerste is niet zo spannend, maar ik zet het hier ivm. de strekking van het artikel, “ingrediënten die u ook eens moet uitproberen”. Velouté van pompoen.
Kook blokjes pompoen, aardappel, prei en rookspek in bouillon, staafmixer, p/z, room. Bestrooi met kervel.
“Met Kerst blijft hier de tafel Girondijns”, als tegenhanger waarschijnlijk.
Oesters met crépinettes, of misschien is bedoeld en crépinette (varkensnet), entrecôte sauce bordelaise (rode wijn, sjalotten), moot steur gestoofd in Sauternes, blanquette van zeeduivel, oesters met kaviaar, geroosterde kapoen, schapekaas, steur met kaviaar-ei en aardappel gratin.
Ga die fazanten like waw man klaarmaken. 19e eeuws recept.
Van de haan ex borstfilets trek je een mooie bouillon. Stoof de poten en ook die van een hen een uur of drie in ganzevet. Kook in die bouillon aardappelen en kool, om er stamp mee te maken.Hen, borst naar boven en helemaal bedekt met Bayonne-ham 40 minuten in een hete oven, na een minuut of 20 besprenkelen met rode wijn, regelmatig bedruipen. Die chartreuse (stamp) ook in de oven, ingekwast met ganzevet, paneermeel, die poten erop, ook in de oven.
Welk soort kool? Tsja. Een flink stevige soort iig.
Flink doorbakken zeg maar, maar toch enkele verkocht. Er wordt hier overigens wel veel goed doorbakken stokbrood gegeten, bruin. Zelfs door oude vrouwtjes.
PJ. Quiter le lit, buiten de oevers treden. Un bémol, een wanklank. Un seul bémol, de enige wanklank. Être en froid avec quelqu’un, niet on speaking terms zijn met iemand.
Morgenmiddag, hier dicht, die fazanten, die wraps en broodpudding met bier van oud geworden kruidkoek.
Die grote, dat zijn boulots. Je hebt ook dubbel zo grote, boulot double, zeker een halve meter lang. En er is hier een vent, ’n autosloper, die er dagelijks in z’n eentje twee eet. En soms ’s avonds nog een enkele komt halen. Verdomd.
