maandag 13 april 2015

De omgevallen boekenkast





Links versus rechts


(Eerste aflevering zie hier; alle links hier in een nieuw venster)


Als je bij een mens in het ene oog een patroon van horizontale lijnen projecteert en in het andere een patroon van vertikale lijnen, dan verwacht je dat die persoon een ruitjespatroon zal zien. Maar dat is niet zo; hij ziet om en om horizontale en vertikale lijnen, om de tweeënhalve seconde, de zogenaamde binoculaire rivaliteit. Levelt toonde aan, natuurlijk zou ik zeggen, dat dat switchen gebeurt in de twee hersenhelften; lagere dieren dan apen (dus zonder die twee verschillend opererende hersenhelften) switchen niet.

Dezelfde rivaliteit bestaat in de hersenen bij het verwerken van informatie van de andere zintuigen; de hersenhelften zijn dus continue met elkaar in wisselwerking. (Voor de reuk en de smaak, een primitief orgaan, gaat dit niet op, lijkt mij. Het reuk- en smaakorgaan is een onderdeel van de kleine hersenen, de hersenen “van voor het ontstaan van de grote hersenen”. De andere organen ontstaan onafhankelijk van de hersenen.)

Kopland: “Als een gedicht iets nieuws oplevert, dan komt dat omdat het vragen oproept. Hetzelfde is het geval met de wetenschap”. Wetenschappers en kunstenaars, je hoort ze vaak samen genoemd. Ze intrigeren omdat ze “nieuw!” maken, omdat ze hun hersenhelften tegen elkaar uit weten te spelen.
En ook kinderen intrigeren. Natuurlijk. De verbinding tussen de hersenhelften is bij hen nog niet volledig ontwikkeld. (Matthews: “Volwassenen zijn dat vermogen om onbevangen vragen te stellen al lang kwijt.")

Gomperts: “[…] dat ter Braak iemand was, van wie de ene helft de andere niet begreep.”
Goethe: "De vergissingen van de mensen maken hen eigenlijk beminnelijk."

Sonneveld: "Een boodschap heb ik niet, behalve dan misschien dat mijn spotten met menselijke hebbelijkheden en tekortkomingen juist om die eigenaardigheden de moeite waard zijn."
Was sich liebt das neckt sich.




Zie de volgende aflevering hier.