maandag 29 september 2008
Roddel. Eindelijk.
Beloofde een paar lui om vanavond het verhaal over Rodrigues te vertellen.
Fantastische slager in Amsterdam. Zat (want het is al ff geleden) rechts van het Maison Descartes.
Hier, alle links in nieuw venster. Traiteur tegenwoordig trouwens. Maar een hele mooie site!
Rodrigues, Vijzelgracht 20
1] Kwam er om lamstong. "Heeft u lamstong?" (geïrriteerd:) -"Ja natuurlijk heb ik lamstong!". Hij verdween in de koeling, bleef lang weg, kwam er weer uit "Behalve vandaag".
2] Kocht er ooit gemarineerde bestorven varkenshaas (dus zo joods was hij niet). Zwart waren ze. Naar huis, in de koeling, volgende dag de koeling open: het was of je een klap in je gezicht kreeg.
Maar wel lekker.
3] Had een vriend in A'dam die er altijd zijn boterhamvlees kocht. Was wel wat duurder maar het werd zo mooi aangeleverd. In een zakje waarop stond "Bestelling Mevrouw ..." en op de stippellijn dan de naam ingevuld.
Die vriend was B. Als ik er logeerde ging ik er in bad, en tussen de badkamer en de keuken was een glas-in-lood raam. Als hij boodschappen ging doen (altijd bij AH op de grond naar muntjes speurend) wuifde ik hem vanuit het bad vriendelijk toe. Ook als hij terugkwam.
Een koelkast had hij niet, hij had een glazen stolp,
maar dan een bredere, lagere, zonder horloge erin dan dus
Mooi was ook dat hij midden in Amsterdam woonde (Kerkstraat) en zich er over beklaagde dat het in zijn weekend-huisje-dorp in Zeeland in het weekend lawaaieriger was (bladblazers, heggesnoeiers) dan in Amsterdam.
Dat huisje, overigens, was officieel van Jan Romein,
later van de bijzit van Jan Romein, hoe heet ze ook weer. Ze was directrice van de Stichting Kunstzinnige Vormgeving of zoiets in Dordrecht.
Die heeft daar dan weer Gerrit Willems, bevriend met B!, in het zadel geholpen als directeur van het Centrum Beeldende Kunst van Dordrecht. Zo gaat dat in die wereld...
Karel van het Reve heeft dat allemaal nooit geweten... "Annie [Romein Verschoor] get your gun", dat heeft hij wel geschreven. Maar dat Jan een bijzit had, dat zou ie denk ik nooit geloofd hebben...
Annie Verschoor, later Romein-Verschoor. Wat me nu, ook ivm dat Beeldende Kunst Centrum, herinnert aan mijn contacten met het BKC Gronigen. Kreeg ik een uiterst bekakte dame aan de telefoon die me vertelde dat ze Huppeldepup Dinges heette "mar zondar streepja artussan!", maw. ze was niet getrouwd met Huppeldepup maar ze had een dubbele naam.
Die Kerkstraat overigens, daar had je om de hoek Café Kerk. Zie hieronder.
B. had een bekende vader, Anton van Duinkerken (alias) en die heb ik nog gekend. Toen ik in Nijmegen studeerde zat hij wel eens bij Trianon, alwaar potten pijptabak op tafel stonden. (Ik was er ooit, enkele jaren geleden, en vertelde dat aan het -aardige- meisje in de bediening. "O, toen was ik nog niet geboren").
Van Duinkerken verzon/vertelde prachtige grappen.
Komen twee binnenvaartschepen elkaar tegen, die schippers lopen beiden naar de boeg, vrouw aan het roer, komen die schepen langszij, lopen ze met mekaar op, dan staan ze alletwee achterop, schepen verwijderen zich, moeten ze roepen. "Verder nog nieuws?" -"Ja, Marietje hep een kind" En dan, brullend met de handen aan de mond "Maar we houwen t stil!"
Heel mooi was een avondje in een café vlakbij waar B. woonde, Café Kerk dus, toen nog een uitermate vieze tent, nu netjes..
B. had wat aan zijn voet dus ik ging de drank halen.
Twee keer stond ik in de drukte op een hondje, van (artiestencafé) Ton van Duinhoven. Tweede keer schijn ik gezegd te hebben dat dat kwam omdat dat hondje dezelfde kleur had als de vloerbedekking. "Grauw zeg maar".
Enfin. Zowat iedereen was weg, B. ging de drank halen en zegt tegen die vrouw achter de bar (zo'n blonde toeter op der kop) "Mevrouw, wie is toch dat aardige oude mannetje die zo goed Ton van Duinhoven na kan doen?".
Ook aardig in dat café was het volgende. Kwam er met mijn toenmalige Koreaanse vriendin binnen, zat Doesjka Meijsing aan de bar, apezat, zegt ze "Zo, kleine blauwe, kom jij uit China?" Wap! doet Sia, zoals de Russen zeggen "recht op het oog, niet op de wenkbrauw". Doesja klap tegen de grond, maar dat schiep geen onrust, dat gebeurde blijkbaar meer. Enfin.
De dag daarna zat Doesjka aan de bar, naast haar een Oostenrijkse, apezat, die af en toe haar armen ten hemel keerde, roepend "Oh Doesjka, I love you so much!" waarna ze klap op de vloer viel. De eerste keer kwam ze nog boven, met een bloedneus, de tweede keer niet meer.
Heel lang geleden...
Maison Descartes nu. Dat wil zeggen Descartes.
Je kan van de Fransen zeggen wat je wil, maar het cultureel symbool maken voor hun land van een jood, daar hebben ze geen problemen mee.
Heel wat landen kunnen daar een voorbeeld aan nemen, alhoewel niet zoveel landen natuurlijk hervorragende Juden als embleem kunnen opvoeren.
En voordat iemand boos wordt, wat nergens op zou slaan, ik ben zelf jood.
Was ooit een tijdje in de buurt van Descartes. Mooi dorpje. Zat er in de buurt in een boerderij, prachtig en voor nop. Ligbad, echt mooie boeken op de kamer...
Ontbijt. Kaas, vlees, verschillende soorten brood.
Mens ging stofzuigen en hield er verschrikt mee op. "O! U bent de krant aan het lezen!" Vroeg een asbak en vanaf die dag stond er elke dag een asbak.
Ze vertelde ook nog dat je er ook kon eten, maar dat had ze liever niet. "Ik maak geen steak frites, ik maak wat regionaals, en dat is veel werk".
Eerste dag liep ik er naar buiten, binnenplaats (soort Limburgse boerderij, overal klimop) en vond een half vuursteen bijltje. Liet haar dat zien. Ach, zei ze, die vind ik dagelijks, en inderdaad, ze had een collectie...
Van het dorp Descartes kan ik geen plaatjes vinden, want die search wordt vervuild door meneer Descartes.
Maar hier zijn standbeeld aldaar. Zie verhaal gek hieronder. Dat was naast dat beeld.
Later ontmoette ik via die pensionhoudster een Fransoos die leraar Duits was, volgens mij al eens verteld. Die had als enige, zelfs het museum niet, een complete sikkel van vuursteen. Die had als leraar Duits weinig werk, moest van hot naar her reizen, combineerde dat met oud ijzer handel. Ik las toen, o ja, dat heb ik al verteld hier.
Maar goed, Descartes is natuurlijk het dorp waar Descartes vandaan kwam.
Zat er ooit op een terrasje, rare gek viel iemand op de fiets aan, hielp hem van die tiepe af te komen en daarna zei die "Dans chaque village, il faut un fou", in elk dorp heb je een gek nodig.
O, ook aardige informatie trouwens, nu we toch aan het roddelen zijn.
Annie Verschuur zat in Den Helder op de middelbare school. Waar ze weigerde tekenles te volgen. Omdat Anton Pieck bij haar in de klas zat, die veel beter kon tekenen. En ook de broer van Anton trouwens, die boeken geïllustreerd heeft van de vader van de Reve's.
Die broer van Anton, zijn naam schiet me niet te binnen, was trouwens een KGB agent. Net als Hildo Krop.
Publié par Maarten à 19:22:00