donderdag 26 juni 2008

Cuisine Flamande, of: Poëzie festival kookenz blog


(Vlaamse Keuken in het Frans. Dank Marieke!)
(Uhh, dit is een reactie op dit (alle links in nieuw venster hier). Uhh, herinnert me aan iets. Als je een search op dit blog doet, dan moet je het héle woord invoeren. Zwinneblommen bv. vind je niet als je een search op zwinne doet.

Zwinneblommen eet ge niet. Ge zet ze voor de vensterkier van uw slaapkamer. Het zijn droogbloemen en ze verjagen de muggen. Ik moest weer sterk peinzen aan een poëziebundel van mijn man die in de 90er jaren verscheen in Brugge en er goede kritiek kreeg in een literair tijdschrift. In zijn bundel Cuisine Flamande komen in het titelgedicht zwinneblommen en lamsoor voor. Maar de stap naar Holland was een brug te ver. Immers Vlaamse poëzie met als thema Eros & Thanatos en met een Franse(!) titel is er gelijk vloeken in de kerk. Overtuigd dat hij de enige was die afgekapte handen op de voorzijde van een poëziebundel plaatste, was hij nadien zeer geraakt door een bundel van Garcia Lorca, vertaald door Dolf Verspoor.



Hij is bijna klaar nu met een cyclus over de boerenslacht. Om een sfeer vast te leggen die taboe geworden is. Overigens zijn niet alle gedichten wreed. Daarom ook een vrolijk gedicht, geïnspireerd door Ballade des Pendus van Villon, en dus in de vorm van een kwatrijn.

cuisine flamande

op een aarden schaal
gebed in lamsoor
en zwinneblommen
serveert men haar handen

haar nagels zuiver
tot op de riem geschild
de vermanende vingers
als stengels bleekselder

nouvelle cuisine
prêtez-moi tes oreilles
ik zal het kraakbeen
tussen de tanden laten knarsen




francois villon in brugge

door brugge loopt een vrouw
met snelle korte passen
ze hamert met haar scherpe hakken
mijn hunkerend hart in rouw

langs de reie loopt een vrouw
haar heupen zingen vol verlangen
mij heeft ze niet gezien
toch wil ik voor haar hangen

door brugge loopt een vrouw
ik zou haar willen krijgen
en al was het maar voor even
haar innig aan mij rijgen


Mooi!
Ik hield niet zo van geen-hoofdletters gebruikende dichters, maar dat bezwaar had ik al opzij gezet na het lezen van een gedicht van Saul van Messel.

bie langs
Saul van Messel
15-2-1944



doe leste train
dij mie bie
winschoot langs
noar schanze
ridt

lag onder
dizze zulde
locht
mien jongestied

dag dode pabbe
doe ligst
hail dicht bie

woarhen
goan wie


Saul van Messel (Jaap Meijer, de vader van Ischa) wordt als jood in de oorlog afgevoerd. Hij komt langs zijn geboortedorp, waar ook het graf van zijn vader is.
Vertaling van het Gronings:

erbij langs

jij laatste trein
die mij bij winschoten langs
naar schans [Nieuweschans]
rijdt

lag onder
deze dikke
lucht
mijn jongenstijd [geen vraagteken ook]

dag dode vader
je ligt
heel dichtbij

waarheen gaan we

Prachtig.

Doet me sterk denken, zowel die Brugger als die Groninger aan de, overigens wel hoofdletters gebruikende Zuid Afrikaan Celliers.

Dis al

Jan F. E. Celliers



Dis die blond,
dis die blou:
Dis die veld,
dis die lug;
en n voël draai bowe in eensame vlug -
dis al.

Dis n balling gekom
oor die oseaan,
dis n graf in die gras,
dis n vallende traan -
dis al.


Dit is alles

Dit is het blonde [graan-akkers],
dit is het blauwe: [de lucht]
Dit is het veld,
dit is de lucht;
en een vogel boven in eenzame vlucht -
dit is alles.

Er is een balling gekomen
over de oceaan,
dit is een graf in het gras,
dit is een vallende traan -
dit is alles.

Tot slot, memeer Van den Bossche: ik heb een vertaling gemaakt van dat Dada-toneelstukje van García Lorca, Escena del teniente coronel de la Guardia Civil, de scène met de luitenant kolonel van de Guardia Civil (uit Poema del Canto Jondo). Interesse?
Misschien moeten we het een keer gaan opvoeren. In het Vloms.