1 liter melk en room, b.v. 7 dl. melk en 3 dl. room
1/2 vanillestokje
4 eidooiers
225 g. suiker
5 g. gelatine
ca. 1/2 paal ijs
ca. 1 1/2 kg. grof zout
De melk met vanillestokje en wat fijn zout aan de kook brengen en 1/4 u. of langer laten trekken. De eidooiers met de suiker roeren en vermengen met de warme melk; dit aan de overige melk toevoegen en onder roeren verwarmen totdat de vla licht gebonden is (niet koken). De (geweekte) gelatine in de vla oplossen. De vla koud laten worden onder telkens roeren om de vorming van een vel te voorkomen. Het vanillestokje uit de vla nemen, de room erdoor roeren, de massa overgieten in de bus van een ijsemmer tot hoogstens de helft en de emmer in elkaar zetten. Geklopt ijs (voor 2/3 deel) en zout (voor 1/3 deel) gemengd of laag om laag in de bus leggen, dadelijk beginnen te draaien en dit voortzetten tot na ca. 1/4 u. aan de tegenstand te merken is, dat de inhoud bevroren is. Onderwijl af en toe pekel laten weglopen en wat ijs en zout aanvullen. De bus uit de emmer nemen, het deksel afvegen voor het openen (zout water), en het ijs van de roerspatel afschuiven in de bus. De bus afsluiten, van een kurk voorzien en met een kleefpleister de reet van het deksel dichtplakken. De bus dadelijk geheel omringen met ijs en zout (ook bovenop) en deze zo nodig aanvullen. Het ijs zo tenminste 1 u. laten rijpen.