zondag 20 maart 2016
Ons leven met Reve
Ons warme eten is elementair, want Gerard houdt niet van culinaire kunsten. Aardappels worden in de schil gaargekookt, met de klei er nog aan. Bij het afgieten in de gootsteen moet de koudwaterkraan eerst keihard worden aangezet, want anders krijg je de keuken vol stoom en dat is een reuze sof! De schil mee opeten, geen getrut, met zonnebloemolie of met Albert Heijn mayonaise.
Ook eten we spruiten, witlof of bloemkool van Madame Caca, die zulke prachtige bloemkolen heeft, omdat zij ze teelt met haar eigen mest. Over de groente gaat bijna altijd geraspte kaas. En we eten ook sla van sla of salade van witlof, tomaat en komkommer, alles met dezelfde dressing van Friese Vlag-koffiemelk, een halve bol uitgeperste knoflook, een scheut zonnebloemolie, azijn of citroensap, wat suiker en voorts alle in huis aanwezige gedroogde kruiden, in overvloed, zodat het gelukkig altijd hetzelfde smaakt.
Verder eten we karbonade, runderlapjes of ei, of kip of vis uit de diepvries. De eierdoppen mogen niet in het dopje geduwd worden want dat is later erg lastig. Dus doe ik het soms expres, om Gerard te pesten. Het eten moet bovendien snel genuttigd worden, want anders zorg hij daar wel voor en is je vlees opeens weg. Toetjes, daar doen we niet aan.