enorm mooie ham in de etalage, hij de hele nacht liggen draaien, volgende dag komt ie er weer langs, bij de Telegraaf krijgt ie te horen dat ie z'n column moet over doen, weer langs die ham, hele nacht zwetend woelen, gaat ie de volgende dag naar die slagerij, haalt diep adem, "Wat kost die ham?"
De hemel verduistert, donder en bliksem, hoosbui, hij naar buiten op z'n knieën in een plas water, armen ten hemel: "Ik vráág alleen maar!"