zaterdag 20 juli 2013
Louis Paul Boon (2)
Over konijn gestoofd
Het allerlaatste en allerbeste waarover ik schrijf is konijn gestoofd, een zondagsmaal, een koningsmaal. Terwijl mijn vrouw een flinke brok boter in de kastrol mept, er een ajuin of twee bijsnijdt en ook nog een paar blokjes spek eraan toevoegt - o de geur, terwijl dit aan het bruinen is! - stort ik me op het konijn om het in stukken te snijden.
[...] De stukken konijn komt mijn vrouw dan onder mijn handen weghalen. Soms wentelt ze in de bloem en soms weer niet - heel veel verschil zal het dus niet maken - en dan laat ze alle stukken even bruinen, en terwijl we allebei nog de neus erover buigen, wordt het deksel op de kastrol gezet.
Nu zachtjes laten stoven en af en toe het deksel oplichten, niet zozeer om tóch nog even de geur te laten ontsnappen, maar om nu peper, zout, geraspte kruidnoot eraan toe te voegen, plus een laurierblad. Tenslotte de saus nog met wat azijn aanlengen en nog eens voor de laatste maal laten doorkoken.
[...] De kop leg ik opzij. Die is dan voor later op de dag, koud, en met een boterhammetje.
En wat eet je nu bij konijn gestoofd? Het mogen kroketjes zijn, het mag puree zijn, het mogen gewoon gekookte patatjes zijn - o en dat eerste stukje aardappel in de saus van gestoofd konijn! - en verder misschien erwtjes of pruimen gestoofd. Maar de pruimen mag jij hebben, ik zal wel met het konijn genoegen nemen.