Loek.. Het
spanningsveld tussen man en vrouw (of dat zelfde rollenspel tussen twee mannen
of vrouwen..) is het mooist, dat er is. Ik heb geleerd niet meer te oordelen over wat mensen in elkaar aantrekt of afstoot. Dat is magie, of zoals onze Oosterburen zeggen: 'Was sich liebt das neckt sich..'
Schoon verbeeld vindt ge dat in de volgende cartoon..
klik op de afbeelding voor vergroting
Ge vindt het ook terug in het korte Kerstverhaal, dat Edmond, mijn man, schreef..
Ik wens u ende uwen een schoon kerstfeest en harmonie in uw hart.
Ik wens u ende uwen een schoon kerstfeest en harmonie in uw hart.
De tram
Kerstverhaal
Hij had zich opgeofferd. De anderen hadden een gezin en hij was toch maar
alleen. Zijn kerstavonddienst zou doorlopen tot middernacht. Er zat geen enkele
reiziger in zijn tram. Veel te slecht weer. Hij leidde de tram over de
blinkendnatte rails door lege straten, die er door de kerstverlichting bijna
misplaatst vrolijk uit zagen. Zou hij durven roken ? Stel je voor dat er onverwacht
een inspecteur kwam. Beter geen gedonder. Misschien maakte hij nog wel eens kans
om als trambestuurder toch achter een bureau te komen. Zo mijmerend stopte hij
op de halte Tuinsingel.
Hij schatte haar achter in de dertig. Aan haar traditionele kleding zag
hij dat ze Afrikaans moest zijn. Surinaamse vrouwen waren anders gekleed. Ze had een klein
jongetje aan de hand. In gebrekkig Engels vroeg ze hem ‘Train go ?’. Dat leek hem nogal
duidelijk en hij stak zijn hand uit om haar rittenkaart of OV-kaart aan te nemen. Ze keek er
verschrikt naar.“No money”.
Hij glimlachte
sarcastisch en zei, “No money, no train !’. Het jongetje was al
naar binnen geklauterd en raakte voorzichtig, alsof het een kostbaar kleinood
was, de blinkende knoop van de mouw van zijn uniformjas aan. Hij trok
geïrriteerd zijn arm terug en herhaalde nogmaals zijn opmerking, omdat ze geen
aanstalten maakte om weg te gaan.
“Please ?”, probeerde de vrouw. “No man, no money…”, vervolgde ze.
Hij werd misselijk van dat gebedel. Er was niemand, die iets om hem gaf,
dan nog bij hem bedelen om een gunst. “Je stikt maar”, dacht hij grimmig. Ze
keek hem recht in de ogen. Het waren mooie, wanhopige ogen. Het kwam plots in
hem op, dat iedereen op de remise hem uit zou lachen als hij ooit met een
negerin kwam aanzetten op een personeelsfeestje. Toch raakte ze iets in hem,
maar hij bleef onverbiddelijk. “No man, no money, no train go”, zei hij hees. “No train go”, aapte het jongetje hem na.
De vrouw draaide zich om en liep weg, stapte over de rails en verkortte
haar weg door een rotonde dwars over te steken. Het jongetje keek nog eens om. Dan nam hij
een besluit. “Train go !”, riep hij. Maar ze reageerde niet en bleef doorlopen.
“Wat een eigenwijs kreng”, mopperde hij en dan harder “Kom hier ! Train go !”.
Ze vervolgde haar weg, maar het jongetje probeerde zich nu om te draaien en
liet zich half struikelend meeslepen.
“Verdomme !”. Hij steeg uit zijn tram en liep op een draf achter hen aan,
terwijl de regen hem in het gezicht sloeg. Hij blokkeerde haar de weg en vroeg haar bijna
smekend. “Will you please go with my train ?”.
Ze keek hem onderzoekend en kritisch aan, en
knikte dan bevestigend op een zelfbewuste en een beetje trotse manier.
“Mijn God, wat is ze mooi”, flitste het door hem heen. Hij verwachtte half
dat ze zou protesteren, maar ze nam zijn uitgestoken hand aan toen hij die
aanreikte om haar in zijn tram te laten stappen. Ze glimlachte en eindelijk kwam
dat kerstgevoel, dat hij al zoveel jaren niet meer kende, terug in zijn hart.