vrijdag 23 maart 2012
Daar zijn we weer, terug van de markt en zo.
Gisteren
Kabeljauw (eerlijke), pitah, kippenbouillon, spinazie.
Iets Argan-olie, spinazie roerbakken tot nét voordat het inklinkt (griezelig lekker) en dan uit de pan en omscheppen zodat het wat afkoelt. Als stand-alone gerecht: zie gisteren.
Iets Argan-olie, sjalot, knof...
Redelijk wat citroenpeper, ietsje foelie en kruidnagel (een fijngewreven kopje), laurier...
Oven aan.
Die fameuze kippenbouillon van laatst erbij, wat Marmite, ietsje Worcestershire... Proef.
Bak iets natgemaakte pitah's in de oven.
Pocheer kabeljauw (ontdooid en uitgelekt) in de bouillon.
Spinazie erdoor, warm, en serveer met de pitah.
Nieuwe Mozart ontdekt hier (alle links hier in een nieuw venster).
Nog niet in audio te vinden, wel een van twee jaar geleden hier.
Zag vandaag op de markt Judasoor. Jammergenoeg "geen plaats in de planning".
Dacht, en kreeg later bevestigd, dat het familie is van elfenbankje en van kuping tikus (muizenoor).
Hieronder Crottin de Chavignoles, dat kocht ik op de markt.
Erg lekker. Dat licht-zure wat ook die Langres heeft.
Je schijnt ze ook te kunnen "roosteren" (rotir; ik neem aan dat dat betekent in de oven) en dat op toast serveren. Ja, geen fout idee...
Nu eerst even een gedicht want het is vrijdag ("want").
Uhh, had het met ik weet niet meer wie over die kamer in Utrecht waar ik woonde en waar Achterberg die hospita doodschoot. Vandaar dít gedicht.
HOSZ PITA
Hosz pitá
Aggou jehosz pitá
Dikkesgommelmettuntoet
Hosz pitá
Tibesz tehosz pitá
Di debedde vóron sdoet
Segge seffe, worruwáck kurdán
Mottu nogwa tvan debáck kurdán
Mottu melluk, mottekág gullán
El ke óg tente sél lufte dön.
Hosz pitá
Aggou jehosz pitá
Prut tult saggies inpro teszt
Hosz pitá
Tibesz tehosz pitá
Assun fön wattisz gepeszt.
Ar mesgápe, ag dabbèn nusze
Evvesgélde, èndan rèn nusze
Joggi spesz te, jadac kèn nusze
Elluc jariszte sél lufte dön.
Hosz pitá
Aggou jehosz pitá
Mettut boeki indur hand
Hosz pitá
Tibesz tehosz pitá
Sta tze ná stme ledi kant.
Segge seffe heppusén tedan,
Aste gék, kwort kom purrén tevan
Wat teppic kan distudén tepan
El kèmaan tweer de sél lufte dön.
Hosz pitá
Aggou jehosz pitá
Evvetrot sénmet tun lag
Stontze dáar
Tibesz tehosz pitá
Natéc samen mette vlag.
Nogmaals die Crottin (goh wat een mooi schoon bordje!)
O ja, ben nou in Een kleine geschiedenis van de grote oorlog aangekomen bij de eerste gifgas-aanval.
Een van de Britse slachtoffers was Private Herbert Chase. Op 24 mei was hij voor de gaswolk gevlucht. Een paar uur later werd hij in verwarde en uitgeputte toestand langs de weg aangetroffen. Om een voorbeeld te stellen werd hij voor de krijgsraad gebracht wegens lafheid in het aanschijn van de vijand. Zijn brigadegeneraal verklaarde dat de doodstraf onverwijld uitgevoerd moest worden: "Ik ben bang dat als er niet direct voorbeelden gesteld worden, de gevechtskracht van de brigade aangetast wordt." Op 12 juni werd Chase bij de trappistenabdij van St. Sixtus bij West-Vleteren geëxecuteerd.
Het hele boek ademt domheid, plank voor de kop en onderlinge machtstrijd tussen politiek en militairen, en tussen militairen onderling.
Dát heeft de helft van de slachtoffers gekost (hoeveel miljoen?).
Qua mentaliteit (en ik heb het enkel over mentaliteit ja!) ben ik enkel iets vergelijkbaars tegengekomen in Groningen.
In Groningen lopen de refo's niet in lange jurken, maar pas op: achterbakser bestaat niet.
In heel Nederland en daarbuiten wordt geroddeld. In Groningen niet. Daar wordt kwaadgesproken. De ene refo tegen de andere. Bah. Wat ben ik blij dat ik er binnenkort weg ben.
Ik heb te maken gehad met Culturele Raden (die van Leek was perfect!), adviescommissies, klachtencommissies, besturen van woningbouwverenigingen, noem maar op. Het was altijd de stiekeme achterbaksheid ten top.
Rijststroop. Heerlijk! Maar waar gebruik je het voor? Alslajemedood.
Wat ik wel ga doen is vergelijkende zoetzuur-gerechten maken, met rijststroop, Turkse druivenstroop enzovoorts. "De beroemde Zeeuwse keukenstroop", ik noem maar wat.
Recept
Okra, gebakken
Snij kop en kont van de okra`s en snij in schijfjes van bijna een centimeter dik.
Doe in een kom, strooi er zout over, giet er koud water op tot de okra onder staat en zet een uur in de koeling.
Giet af, laat goed uitlekken en hussel er dan "rood" maismeel door (volkoren maizena zeg maar; gezonde winkel) gemengd met wat peper en zout, zodat de schijfjes goed bedekt worden met een laagje meel.
Bak in een koekenpan met een flinke laag hete olie, beetje bij beetje, tot ze goudbruin en krokant zijn.
Laat uitlekken op keukenpapier maar dien warm op.
Goji bessen. Tibet. Heerlijk...