dinsdag 21 februari 2017
Agnes Sorel
Het is zo 'n 40 jaar geleden dat ik het portret door Fouquet van Agnès Sorel (1422-1450) voor het eerst zag. Het was een verademing om, na zalen vol lillend vlees, ineens dat schilderij (in het museum voor Schone Kunsten in Antwerpen) te zien. Wij noemden Agnès later, een tikje ordinair "De Madonna met de witte tieten". Haalden wij herinneringen op aan de Antwerpse tochten, dan konden mijn reisgenoten zich altijd dat schilderij herinneren. Helaas hadden ze geen oog voor het bijna onzichtbare sluiertje over het hoge voorhoofd van Agnès.
Ze is heel wit afgebeeld en ik las dat zij dat "in het echt" wist te bereiken door het gebruik van inktvisbotten. Haar lippen kleurde zij rood met klaproosblaadjes. Dit laatste zinnetje zou voor mij de eerste regel van een gedicht mogen zijn. Slakkenslijm en ezelinnemelk behoorden eveneens tot haar make up.
De witte tieten maakten haar, ook in haar eigen tijd, beroemd. Zij schafte de schouderbandjes van haar decolleté af en dat had tot gevolg dat er een borst bloot viel in het bijzijn van een prelaat, die daar ter plekke bedacht dat "een dienaar Gods overal aan zou mogen zitten" (het laatste is een verzinsel van Loek). Agnès werd hierdoor trendsetter van het grote decolleté zonder bandjes en werd daarin nagevolgd door vele dames van stand.
Agneès was al sinds haar 15e jaar verbonden aan het hof van René van Sicilië (Huis van Anjou) toen ze daar op een keer koning Charles Vll "opving die van zijn paard viel" volgens romantici uit die tijd. De koning werd ter plekke zo verliefd, dat hij nergens meer kon zijn als Agnès er niet bij was. Zelfs de paus roddelde erover. De koningin, Marie van Anjou, ging elders wonen en Agnès kreeg de titel van "Eerste Officiële Maîtresse". Verder kreeg ze nog de eerste geslepen diamant van West Europa en het "Kasteel van Beauté , zodat zij "Dame van Beauté" werd.
De koning was manisch depressief en Agnès bedacht een romige soep, gebaseerd op paddestoelen, kip en julienne van gestoomde gerookte rundertong en gaf dat de koning veelvuldig te eten. Er wordt beweerd dat zij met die soep de koning verloste van zijn depressies. Was er geen kok aanwezig, ging ze zelf in de keuken staan. De zeer bekende "Crème Agnès Sorel " is er het resultaat van. Auguste Escoffier was een paar eeuwen later nog steeds gecharmeerd van de smaak van Agnès Sorel, met als gevolg dat hij o.a. ook een gerecht met kipfilet en een pasteitje naar haar heeft genoemd. Al die gerechten zijn gebaseerd op kip, champignons of truffels, en julienne van gestoomde gerookte rundertong.
Agnès kreeg drie kinderen en toen ze in verwachting was van nummer vier, ze was 28, stierf ze onverwacht, terwijl ze op weg was naar Charles. Er werd gefluisterd dat ze vergiftigd was door de oudste zoon van de echte koningin, de latere Lodewijk XI. Een gluiperd die, na ruzie met zijn vader en treiteren van Agnes, moest vluchten. Hij werd opgevangen door gastheer Karel de Stoute, die hij in een val liet lopen, waarna deze sneuvelde bij Nancy. Een andere mogelijkheid is dat het vergif het gevolg was van het gebruik van koperen pannen. Agnès stierf op 9 februari 1450. Haar prachtige graftombe is in de kapittelkerk van Saint Ours in het kasteel van Loches.