zaterdag 17 januari 2015
De omgevallen boekenkast
(De eerste aflevering zie hier; alle links hier in een nieuw venster. Van daar kan je -steeds- doorklikken naar de volgende aflevering.)
“en tegelijk”
Het door mij gevonden bewijs is een zogenaamd bewijs uit het ongerijmde; andere soorten bewijzen, mathematische en logische, waren al bekend.
Een bekend bewijs uit het ongerijmde, in dit geval Karel van het Reve´s versie van Gallileo´s bewijs. Prins Maurits en Simon Stevin reizen naar Pisa omdat ze willen weten of een steen van een kilo en een steen van 10 kilo even hard vallen of niet. Ze gingen met een zeilwagen. Toen ze aankwamen, ik schakel nu over op mijn versie, waren ze zo moe dat ze in plaats van in die toren omhoog te klimmen op een terrasje gingen zitten. En daar bedachten ze een bewijs uit het ongerijmde. Als je die twee stenen aan elkaar bindt, valt dat pakket harder dan de steen van 10 kilo want het weegt 11 kilo, en tegelijk valt het minder hard want het 10-kilo deel wordt in zijn val geremd door het langzamer vallende een-kilo deel. Ergo: ze vallen even hard.
En tegelijk. Vergelijk met “en tegelijk (N+2)-M ook”. Vergelijk met “en tegelijk de indruk krijgt dat iets niet zo is." Dubbel.
Ik kan tot geen enkele andere conclusie komen dan dat alle emotie, en dus ook het effect van kunst, gebaseerd is op “dubbel”. Ook “negatieve emoties”: ik zie iemand aangereden worden en denk “Dat is gebeurd” en tegelijk “Dat had niet mogen gebeuren”.
Het klopt allemaal wel. Kunst is emotie, kunst is ook “?”. Gecombineerd levert dat mijn definitie op van kunst: De essentie van kunst is dat de emotie die het opwekt onbegrijpelijk is.
Maar waarom is die emotie onbegrijpelijk? We gaan verder. Hoe zit het eigenlijk met “gevoel”?