zondag 3 augustus 2014
Eetbelevenissen 9
(Eerste aflevering zie hier; alle links hier in een nieuw venster.)
Ik heb een week vrij gehad dus het valt wel, maar niet mee als op maandagmorgen om 4 uur de wekker rammelt. 15 minuten later ga ik even dag zeggen tegen mijn vrouw. ‘ik ben weg hé’.
‘Kijk je goed uit?’ mompelt ze in haar slaap. Dat zegt ze al 25 jaar, iedere keer als ik ’s morgens vertrek. Beneden gekomen wordt ik wazig aangekeken door de hond; het lijkt wel of hij wil zeggen ‘je bent niet goed bij je hoofd, zo vroeg.’ En hij kon wel eens gelijk hebben.
Ik maak een kop koffie, en pak een paar droge crackers. Goed ontbijt is belangrijk zeggen ze, maar mijn maag denk daar op dit tijdstip nog anders over, ik krijg nog niet echt veel weg nu.
Om half 6 ben ik op de zaak, waar ik al niet meer de enige ben. Diverse collega’s zijn ook al vroeg in de weer. Omdat ik vrij gehad heb moet ik het nodige in mijn vrachtauto laden, mijn dekbed, mijn tas met kleren en natuurlijk de inhoud van mijn koelkast. Zoals altijd een paar flessen water, een paar dozen boterhammen, wat potjes yoghurt en een bak groenvoer. Sinds een tijdje ben ik aan de maaltijdsalades, drie heb ik er bij me nu, en die zullen in de loop van de week gegarandeerd sneuvelen. Voordat ik wegrij bind ik eerst een zwart lint aan mijn linker spiegel, iets waar een paar collega’s ook mee bezig zijn. Onze manier van respect tonen voor de slachtoffers van vlucht MH17.
Ik moet een container gaan ophalen in Budel, en dan gaan laden in Balen. Daarna de geladen container weer naar Budel brengen. Onderweg naar Budel krijg ik pas honger, en mijn ontbijt bestaat dus uit een paar boterhammen uit de koelkast, naar beneden gespoeld met een paar slokken water. Aangekomen op de fabriek pak ik een bak koffie uit de automaat. Niet de lekkerste die ik ooit gehad heb, maar er bestaat ook nog veel slechtere ‘automatenkoffie’. Soms is het net slootwater, maar deze is dus goed te drinken. Onderweg van Balen naar Budel rij ik over een Belgische rijksweg, ik kom bij een stoplicht dat voor mij op groen staat dus ik laat mijn auto lekker door hobbelen met een gangetje van 70 km. Besluiten die wielrenners die daar aankomen ineens dat ze best kunnen oversteken. Dit komt niet goed, ik schop het rempedaal zowat door de vloer heen, en mijn MAN duikt met de bumper naar de grond. Als het spul achterin dan ook nog flink aan het klotsten gaat (ik rij met vloeistoffen, weet u nog) moet ik alle zeilen bijzetten om mijn combinatie op de weg te houden, een voorzichtige ruk aan het stuur, en uitwijken naar links om die sufferds plek te geven. Gelukkig gaat het allemaal net goed, en na en paar boze blikken en een flink concert met mijn claxon rij ik verder. Ik had toch echt groen, en begrijp niet waarom mensen zo’n risico nemen.
Ik hoop dat ze flink geschrokken zijn, want voor mij was het zeker wel een ‘billenknijp momentje’.
Als ik het rondje Budel-Balen-Budel gedaan heb moet ik terug naar de zaak. Daar even om koppelen, en dan vertrekken naar Bernburg, Oost- Duitsland. Tegen de tijd dat ik vertrek is het half vier ’s middags, en natuurlijk heb ik heel de dag door af en toe een boterhammetje uit de koelkast gepakt. Ik mag nog de nodige uren rijden, en besluit om naar Lauenau te rijden. Dat ligt een eindje onder Hannover, en is een uurtje of vier rijden. Langs de Duitse A2 liggen diverse 'autohoven', en Lauenau is een van de eerste, maar wat belangrijker is, volgens mij een van de beste. Daar aangekomen om half acht ga ik eerst even douchen, en daarna het restaurant in. Er zitten nog een stuk of drie Nederlanders, en ik vraag of er nog plek is aan hun tafel.
Natuurlijk gaat het gesprek over de ramp in Oekraïne. Ik bestel een glas wijn, en merk meteen aan de ober dat het geen Duitser is. Volgens mij een Rus of zo… notabene. Zijn Duits is beroerd slecht, en vriendelijk is hij ook al niet. Om over de snelheid van zijn bediening maar al te zwijgen. Het lukt me om een Putensteak met Pfeffersauce te bestellen, met friet, en ‘salad vom buffet’. De salade ga ik zelf halen aan de saladbar. Keus genoeg, en ik neem wat sla, tomaatjes, kleine augurkjes en dat soort spul. Een tijdje later komt mijn eten, en terwijl een van mijn tafelgenoten een wanhopige poging doet een simpel glas bier te bestellen, begin ik aan mijn kalkoensteak. Die smaakt prima, lekker mals met precies de juiste hoeveelheid saus er overheen. Soms zitten er van die dikke peperbolletjes in pepersaus, en als je die kapot bijt, kun je meteen een sloot drinken bestellen. Deze saus heeft dat niet, en het is toch wel degelijk een pepersaus. Niks mis mee. De frietjes zijn ook prima, en onder het genot van een glas wijn geniet ik van een heerlijke maaltijd.
Volgende aflevering zie hier.