zondag 18 mei 2014
Eetbelevenissen (7)
(Eerste aflevering zie hier; alle links hier in een nieuw venster.)
Het is paaszondag. Voor het eerst sinds een lange tijd is ons gezin weer compleet. Zoon én dochter thuis, dat is lang geleden. We maken er een mooie dag van, met natuurlijk een behoorlijk uitgebreid diner. Bij mijn moeder, die overigens heel ver weg woont; hier achterom in een aanleunwoning, dat is wel 30 meter lopen. Mijn broer en zijn gezin zijn er ook. We beginnen met zelf gemaakte aspergesoep. Niet van dat gekleurde water uit blik, nee, zelf gemaakt: lekker dik, met stukken asperges en stukjes ei erin, opgeklopt op een of andere manier. Koken kan ze heerlijk, mijn moeder!
Dan komen er maar liefst 3 soorten groeten op tafel: bonen, bloemkool en ook nog sla.
Kan wel wat minder ma, zeg ik. Maar nee dat kan niet, want de één lust geen bonen, en de ander weer geen sla, en ze wil voor iedereen wat hebben. Een heerlijk mals runderlapje, en frites, want dat hebben de kinderen nou eenmaal liever dan gekookte aardappelen. En natuurlijk asperges, met ham, en een speciale sause hollandaise er overheen, recept à la moeder, en top secret!
Als we klaar zijn met eten is het tijd voor een kop koffie na, en beginnen bij mij langzaam de kriebels te komen. Ik moet nog werken. En ik heb daar zooo geen zin in. Zijn we eindelijk eens allemaal samen, moet ik aan het werk. Risico van het vak roepen ze dan. Er zijn ook mensen die dan roepen dat ik maar een vak had moeten leren. Daar wil ik wel eens een boom over opzetten, maar niet hier denk ik. Kijkt u vooral naar de ongeschoolde Oost-Europese chauffeurs, en wat die allemaal klaarspelen onderweg. En roep dan nog eens dat het chauffeursvak géén vak is!
Om 17 uur vertrek ik van huis, zoals altijd brood mee, een paar flessen water, en een bak groenvoer. Tomaat, paprika, wortel en nog meer van dat spul. Ook ik moet wat kilo’s kwijt, en groenvoer is gezond zeggen ze toch. Al voel ik me af en toe net zo’n konijn, als ik aan dat spul bezig ben.
Onderweg naar Delft krijg ik het mistroostige gevoel dat ik ocharm de enige ben die moet werken vanavond, er zit werkelijk waar zo goed als geen vrachtverkeer op de weg. Overig verkeer trouwens ook niet, dus het rolt wel lekker door allemaal, en dat maakt het dan wel weer prettig werken. De afslag Delft-zuid is er voordat ik het goed en wel in de gaten heb. Parkeren bij de fabriek, en dan nog even een flinke blok wandelen. En op tijd naar bed.
Maandagmorgen om 6 rammelt de wekker. Eerst maar een flinke mok koffie, en een boterham. Om 7 uur rij ik naar binnen om te lossen. Het lossen duurt hier altijd lang, en ik rij om half 11 pas weg. Het is dus tweede paasdag, maar voor mij een normale werkdag. Om een lang verhaal kort te maken, ik kom om half 8 ’s avonds thuis, en natuurlijk is er eten voor me. Gekookte aardappels, bonen en een biefstukje. Lekker Hollands dus.
Dinsdagmorgen vertrek ik naar Antwerpen, om daar te lossen. Daarna ga ik laden in Geleen, om tegen de avond te vertrekken naar Krefeld. Dat is niet ver, maar ik moet er vroeg staan, en bovendien heb ik morgen m’n tijd hard nodig. Dus ik kom terecht op een autohof vlak voor Krefeld.
Als ik daar om een uur of 8 uitstap ga ik eerst even douchen. Daarna het restaurant in. Ik ben benieuwd wat het wordt, want ik ben hier nog niet eerder geweest.
Ik bestel als eerste een fles König pils. Tapbier hebben ze niet, en ik begin me zorgen te maken over het eten. Het zal toch niet zo zijn dat ik bij een veredelde frituur terecht gekomen ben?
Op hoop van zegen bestel ik een Putensteak, kalkoen met salade en frites. Terwijl ik zit te wachten lees ik Bild Zeitung. Ben ik meteen weer op de hoogte van het laatste nieuws. Even later komt mijn eten.
Boven verwachting ziet het er lekker uit, en bovendien is de portie groot genoeg. En verdomd, het smaakt heerlijk. Natuurlijk heb ik al wel eens beter gehad, maar nog veel vaker slechter! Er is werkelijk niks mis met deze maaltijd, en ik neem me voor hier toch wel eens vaker naar toe te komen.
Volgende aflevering hier.