vrijdag 7 juni 2013
G. Tomasi de Lampedusa
De opluchting der Sicilianen (2)
Het begin van de maaltijd was, zoals in de provincie de gewoonte is, rustig. De aartspriester maakte het teken des kruises en viel hals over kop aan, zonder een woord te zeggen. De organist savoureerde het smeuïge gerecht met gesloten ogen, hij dankte de Schepper, dat zijn bekwaamheid in het treffen van hazen en houtsnippen hem af en toe dergelijke hoogtepunten verschafte, daarbij bedenkende, dat van de geldswaarde van een van die pasteien hij en Teresina een maand lang zouden hebben kunnen leven; Angelica, de mooie Angelica, vergat de Toscaanse bloedworsten en een deel van haar goede manieren: zij at gulzig met de eetlust van haar zeventien jaren en zo haastig als het haar, daar zij haar vork in het midden vasthield, mogelijk was. Tancredi, die de hoffelijkheid met het tafelgenot wilde verenigen, probeerde de kussen van Angelica, zijn buurvrouw, te proeven tegelijk met de smaak van de geurige happen; hij bemerkte echter gauw dat het experiment onsmakelijk was en stelde het uit, hopende de fantasieën bij het nagerecht te kunnen doen herleven; hoewel hij helemaal in beslag genomen werd door zijn kijken naar Angelica, die tegenover hem zat, had de prins, als enige aan tafel, toch gelegenheid op te merken, dat het demi-glace te zwaar was en nam hij zich voor dit de volgende dag aan de kok te zeggen; de anderen aten gedachtenloos, niet wetend, dat de spijs hun zo verrukkelijk voorkwam, omdat een vleugje zinnelijkheid het huis was binnengekomen.