donderdag 4 april 2013
Citaten
Trevisan, "Picknick bij kaarslicht"
In het restaurant bestelde hij een goed rauwe biefstuk met asperges. De infame ober serveerde hem groene maïs bij de biefstuk. Met gebogen hoofd en bittere mond dronk hij er een fles wijn bij, hij verlangde aardbeien met slagroom toe en ten slotte koffie, likeur en een sigaar. Hij trok zijn jas aan en stapte de regen en de rukwinden in.
Greene, "Je suis libre... Mais vous?"
Hij stelde de Brasserie Lorraine voor, want het was maar een paar minuten lopen daarheen. Ze vond het prettig, dat hij geen meer mondaine of opzichtige gelegenheid had uitgekozen. De ietwat saaie bourgoissfeer van de brasserie gaf haar zelfvertrouwen, en hoewel ze zelf niet veel trek had, vond ze het gezellig het zuurkoolkarretje zijn gemoedelijke militaire rondrit langs de rijen te zien maken. En het menu was lang genoeg om hun tijd te geven zich aan te passen aan de ontstellende intimiteit van het samen dineren.
Gontsjarov, "Als ik u nu eens... lief kreeg?"
'Wat krijgen we?' vroeg hij.
'Zuurkool met zalm' zei ze. 'Steur kon ik nergens krijgen. Ik ben overal geweest en mijn broer heeft er nog naar gevraagd, maar het was er niet. Zodra er levende steur komt, - de koopman naast de stalhouderij heeft er een besteld - is me er een stuk van beloofd. Verder eten we kalfsvlees en gebakken grutten...'
'O, wat heerlijk! Hoe lief van u, om daaraan te denken, Agafja Matwejewna! Als Amisja het nu maar niet vergeten heeft.'
'Dacht u dat ik daar niet op lette? Hoort u maar, het sist al in de pan' antwoordde ze, terwijl ze de deur naar de keuken half open deed. 'Ze is aan het bakken.'