maandag 21 januari 2013
Koken
Ik kom uit een familie waar drie mensen van het maken van eten moeten/moesten leven. Mijn vader was erg goed, ik was er nog te jong voor, maar toch wist ik het als kind al. Het kan ook door de houding van onze moeder zijn gekomen: als pa thuis kwam en hij was iets aan het rommelen in de keuken, gedroeg hij zich als een verwend kind met veel personeel, vooral voor de afwas, meestal stond moeder daar garant voor. Broer met later zijn restaurant in Sydney, en zus als instellingskok traden op een zijdelingse manier in zijn voetsporen. Vader had een boekje in zijn borstzak met zijn eigen recepten en riep altijd “Als ik ooit dood ben, vechten jullie om deze ideeën”. Toen hij later echt dood was hebben we zijn boekje, ineens dacht iemand daaraan, nooit meer kunnen vinden.
Deze hele inleiding is er omdat ik hiermee wil aantonen dat ik een heel klein beetje van eten maken weet. Nu komt mijn compliment voor jou, Maarten, ik loop er al een tijd over na te denken:
Voor het eerst in mijn leven leer ik wat ingrediënten kunnen doen. Altijd heb ik gekookt vanuit bestaande gerechten, chique, gewoon, exclusief, volks, enz. enz. Soms varieerde ik wat, maar ik dacht dat je je aan de bestaande recepten behoorde te houden. Hier thuis zijn twee koks werkzaam geweest bij etentjes en altijd hielden ook zij zich aan de bestaande receptuur.
Wat heb jij me nu geleerd, Maarten? Dat je ook van ingrediënten uit kan gaan, dat je zelf na kunt denken over “wat te maken van welke spullen”. Jij hebt geleerd wat het resultaat is van experimenteren (of gewoon werken) met allerlei, ook onbekende, “materialen”. Dat is uitermate knap en daar verdien je mijn bewondering voor. Nog nooit heeft iemand mij dat zo duidelijk kunnen maken.
Overigens ook door gewoon je mislukkingen te vertellen. Heb ik ook veel van geleerd!
Groeten, Loek