dinsdag 24 maart 2009
24-03
Vandaag dus, voor de verandering.
Gisteren.
Pindaolie, ui, knof, gember.
Kruidnagel, foelie, kardemom, komijn, korianderzaad.
Sambal, rijstwijn (of medium sherry), ketjap.
Proef.
Gekookte flageolets erbij (of velderwten of kidneybonen), rode paprika en er eieren in pocheren.
PJ. Jeter le bébé avec l’eau de bain, idem met kind.
Er wordt hard (door)gewerkt aan de paaseieren dus vanavond bak ik spekpannekoeken met stroop (dank JT) voor het personeel.
Recept
Figet pie, noord Engeland
Maak een pie gevuld met om en om laagjes appel, ui en aardappelen, alles geraspt (de aardappel rauw).
Laat lang bakken in een niet te hete oven.
Die pickled eggs van gisteren gemaakt, pickle zie foto hierboven (ik had geen witte azijn).
Had geen selderijzaad en gebruikte venkelzaad, maar ik had natuurlijk twee thelepels selderijzout kunnen gebruiken ipv. een zout en een selderij.
Die haas nu.
Zie recept gisteren, en ik deed ook wat spekjes in de saus en knoflook.
Was enorm lekker. Ik zeg “Engels”. Groot ongeloof.
De bouillon
de rable; 760 gram...
De bouillon, de roux en de poten
Opera
Zojuist hoorde ik op Radio 4 een opera. Ik heb iets tegen opera. Niets tegen de muziek op zich maar iets tegen dat wat opera opera maakt. Neem nou Die Zauberflöte. "Het verhaal speelt zich af in een denkbeeldig Egypte in een niet aangegeven tijdperk. In een verlaten, smal ravijn wordt prins Tamino, alleen en ongewapend, gevangen gehouden door een slang." Et cetera. "De koningin en haar hofdames verdwijnen, maar de dames komen al snel terug om Tamino een magische fluit te geven om hem te beschermen tegen gevaar. Ze nemen het hangslot van Papageno´s mond". Ik weet het niet. Dat wil zeggen: ik wìst het niet. Ik bedoel: ik denk dat ik het nu wèl weet. Ik las [jaren geleden speelt dit] een stukje in de Volkskrant van de sociaal-psycholoog Bram Buunk. Hij schreef daarin over "buitengewoon verrassende ontdekkingen. Bijvoorbeeld dat mensen anderen aardiger vinden als die hun opvattingen delen. [...] Of dat mensen altijd en overal denken in termen van wij en zij. Heel vanzelfsprekend voor de gewone mens, maar een autist als ik heeft dit allemaal met verbazing uit de handboeken moeten vernemen". Buunk schreef deze column naar aanleiding van een boek van Oliver Sacks (de schrijver van Awakenings; prachtige film ook), An Anthropologist from Mars. Ik heb het boek onmiddelijk besteld en het in één adem uitgelezen. Ik geloof niet dat ik ooit in enig boek zoveel aanstreepte. Net als Buunk kan ik zeggen "Het was voor mij een feest der herkenning". Daarnaast las ik er regels in waarvan ik voelde dat ik die nooit meer zou vergeten. Over Blind Tom bijvoorbeeld, die op de piano Fisher´s Hornpipe met de ene hand speelde, Yankee Doodle met de andere, tegelijkertijd dus, en onderwijl Dixy zingend...
U zult zich nu afvragen wat dat allemaal met opera van doen heeft. Wel, wat ik onder andere aanstreepte in dat boek van Sacks was een zin uit een artikel geschreven door Temple Grandin, een autist met het Syndroom van Asperger, een zogenaamde hoog-functionerende autist. Grandin: "Ik heb weinig interesse in romans met gecompliceerde interpersoonlijke relaties." Kijk.
Buunk besluit zijn column met "dat ik nog heel, heel veel onderzoek moet doen voor ik ook maar iets van de mens zal begrijpen". Nu, dat geldt ook voor mij. Echter: ik ben geen sociaal-psycholoog, ik ben zelfs geen gewone psycholoog en aan onderzoeks-materiaal heb ik alleen mijzelf ter beschikking. Wat zou er gebeuren als ik een opera zou willen schrijven, vroeg ik mij af. Nog vóór ik die opera van de radio hoorde las ik, in bed nog, in Achteraf van Karel van het Reve. "Eerst schreef Lorenzo da Ponte de tekst voor De bruiloft van Figaro, en toen maakte Mozart daar de muziek bij". Dus muziek kunnen schrijven is niet persé noodzakelijk, en trouwens: om die muziek gaat het me niet. Het gaat om die gecompliceerde interpersoonlijke relaties. Daar gaan we. Radiocommentaar op de opera Cual Piume al Vento. "Het vierde bedrijf opent met de scene waarin Prins Vongolino de dwerg Bombone ervan beschuldigt het gouden pennemes gestolen te hebben. Bombone, die van niets weet, wordt in de kerker geworpen. Met behulp van de slimme banketbakker Fanello, die zich uitgeeft voor de kardinaal, weet Bombone al snel te ontsnappen. Eenmaal aan de overzijde van de rivier ontmoet hij de jaloerse graaf Pirello. Deze nu blijkt in werkelijkheid een buitenechtelijke zoon te zijn van de min van prins Vongolino. Gedrieën besluiten zij zich te verkleden als ketellappers. Aangekomen bij de boot waarmee Bombone de rivier overstak worden zij echter herkend door Monita, de dochter van de wapensmid. Wij horen nu de tenor Policarpo Canutti als Bombone, in de beroemde aria Dio cane, puttana madonna!"