Je ziet ergens, of leest over een vreemde combinatie en later, elders komt die in ene terug. Pijnboompitten met suiker in een hartig gerecht. Bloedworst ooit in Spanje, in de buurt van Zaragoza, met die ingrediënten en kaneel. En gisteren las ik over een tourte, pie, uit Nice met snijbiet, pijnboompitten en suiker.
Op het platteland daar in Spanje had je, ik vernoemde dat al eens, brood met enorm veel heel kleine gaatjes erin en bruin-groene kaas en zowel dat brood als die kaas zie je op Nederlandse 17e eeuwse stillevens.
Dat brood is enorm lekker in knoflooksoep.
Overdenking. Je hoort het veel en de Dictionnaire du Gastronome houdt niet op het te vernoemen: streekgerechten en streekwijnen gaan meestal goed samen. Is dat “terroir”? Welnee. Dat is aanpassing van het een aan het ander en vv. in de loop der tijd.
"Terroir"
Vroeger aten ze bijvoorbeeld elke dag polenta (en niet alleen in Italië!) en daar pas je je wijn aan aan. Ik besef terdege dat je dat niet voor de volle 100% kan doen, maar toch.
Misschien is het (ook?) iets anders. Je hebt in de Loirestreek veel riviervis en daar maak je quenelles van vanwege de graten en die blijken erg lekker te zijn gegaard in een saus van wijn van de streek. Streekgerecht geboren wat automatisch goed bij de lokale wijn past.
Gisteren kaassaus gemaakt en daarmee ovenaardappelen gegratineerd. Flink boter, sjalot, knof,, zwarte peper. Bloem en melk. Laurier, tijm, kruidnageltje. Kaas. Mosterd door de saus en over de aardappelen.
Waterkers met die vinaigrette van gisteren erbij en citroensap erover.
Foto’s productie “tomatenprut” voor bij de kaas op brood,
en rode olie voor over de pizza of voor een vinaigrette of voor tomatensaus.
Stukken goed rijpe tomaten, flink olijfolie, cayennepepertjes, lauriet, rozemarijn, ui, knof.
Anderhalf uur in de oven op 200.
En krentebrood gemaakt.