vrijdag 20 april 2018

Kippenstront















Ik had je verteld dat de Eko super verbouwd is. Gisteren was ik er weer en ineens raak ik gealarmeerd.
Je moet weten, ik kwam al in dat soort winkels toen je er nog de kippenstront van een hergebruikt inpakpapiertje moest krabben. Dat je door het zand of de klei niet kon zien wat voor groente eronder zat. Dat je bestraffend werd aangekeken door de vermoeide ogen van een stoffige vrouw in een half afgebreid truitje van een lullige kleur, als je om roomboter durfde te vragen. Dat je liep te balanceren met een kapot kartonnetje waarop je zelf de morsige eieren had geplaatst.

Niets uit die oude tijd is nog waar. Ik was al een tijdje gewend geraakt aan mooie uitstallingen van groente en fruit, aan veel soorten kaas, olijfolie, brood, enz., maar nu kijk ik mijn ogen uit: In een heldere, fleurige winkel zijn allerlei kleine overvolle toonbankjes met smakelijk spul er is zelfs vlees van de echte slager. Dus niet dat je je voelt alsof je uitverkoren bent om "met behoud van uitkering eenmalig iets extra’s te kopen".

Zelfs de draagtassen zijn mooi: Gewoon leuk om mee te lopen. Stoffen paarse hengsels aan tassen van  aangenaam sterk materiaal met een fatsoenlijke opdruk. In de verkoop lopen ook een paar vrolijke welbespraakte mannelijke dertigers rond en er is zelfs een wand met wijn.

Ik passeerde een zwierig, bakkeleiend echtpaar van mijn leeftijd, waarvan de man  een karretje vol drank voortduwde. In het voorbijgaan zei ik tegen hem "wel fijn dat dat assortiment  ook zo is uitgebreid". Hij kon het waarderen, zij niet (geloof ik). Onderweg naar huis dacht ik aan alle opstellinkjes vol met additieven die ik ook had gezien en aan de "snelle carrière" jongens  en ik hield mijn hart ineens vast voor de Eko winkel nieuwe stijl.

















Ik kocht voor 12 euro een afgeprijsd plastic waterbakje voor kennis Piet. "Voorkomt door speciale bovenkant een natte grond" stond geschreven en was samen met de regelmatige natte poten in de keuken van (mij en) de hond reden tot die aanschaf. Piet durfde echter zijn bek er niet in te steken en weigerde te drinken. Er werd dus inderdaad niet met water geknoeid.

Ik bracht het bakje terug naar de winkel en liep de markt op. Vroeger vond ik dat heerlijk, tegenwoordig erger ik me. De vis ziet niet fris uit. De uitgebreide sortering is zoek. Tegenwoordig ligt er een rommelige zooi  waar iedereen in graait. Terwijl ik stond te kijken werd er een partijtje verse makreel, een aantal viskoppen en een stukje zalm verkocht. Ik was altijd liefhebber van allerlei vis, ook van kibbeling. Onder een  tentzeil zit het vol met luidruchtige liefhebbers, met vette bekken, zwaaiend met papieren servetrollen, tussen jankende kinderen, wandelwagentjes, scootmobiels, plastic vorkjes, lege bakjes, enz. De porties zijn in drie maten verkrijgbaar en gefrituurd in zo ‘n enorme dikke donkerbruine laag bloem dat "onze jongens" strijdend voor de wereldvrede, er ook in het buitenland veel dekking aan zouden kunnen ontlenen.

Het is heel moeilijk zoeken naar iets moois. Men gaat uit van hoeveelheden, ook bij andere kramen, de kaas, de kip, de groente, noem maar op. Zoveel mogelijk in plastic, zal wel door het graaien komen, en in grote porties.














Die Katja Schuurman heeft sinds een tijdje ook een "kokje" aan de haak geslagen. Smerig stelletje. Het vies ventje probeert via die ouwe lellebel de nieuwe topchef van Amsterdam en de rest te worden. Ik zou niet eens iets willen eten waar hij boven heeft staan snuiven.