dinsdag 14 mei 2013

Roald Dahl


De hartslag van een oester

'Als u een bepaald deel van de oester goed bekijkt,' zei ik, 'kijk daar... dan kan u zijn hartslag zien. Daar, ziet u wel? En als je er je vork in prikt... zo... beweegt het vlees. Het maakt een krimpende beweging. Het doet hetzelfde wanneer je er citroensap op druppelt. Oesters houden niet van citroensap. Ze houden er ook niet van dat er vorken in ze gestoken worden. Ze kruipen weg. Het vlees trilt. Ik zal deze nu inslikken... is het geen schoonheid...? daar gaat ie dan... en nu ga ik en paar seconden heel stil zitten om de sensatie te ondergaan als hij zachtjes in mijn maag beweegt...'
     Het kleine borstelige beestje op A.R. Woresleys bovenlip begon meer dan ooit op en neer te springen en zijn wangen waren zichtbaar bleker geworden. Langzaam schoof hij zijn bord met oesters opzij.
     'Ik zal wat gerookte zalm voor u bestellen.'
     'Graag, dank je.'
     Ik bestelde de zalm en schoof de rest van zijn oesters op mijn bord. Hij keek toe hoe ik ze opat terwijl hij wachtte tot de ober zijn zalm bracht. Hij was nu heel stil, gedwee, en zo wilde ik hem hebben.